Door Gert van Maanen - BEELD: MAURITSHUIS, DEN HAAG - 17-10-2025 - Recensie

Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva (rond 1615) van Peter Paul Rubens en Jan Brueghel de Oude. Volgens Midas Dekkers bevinden de ‘beste paradijzen zich in het verleden’. BEELD: MAURITSHUIS, DEN HAAG
Op soms onnavolgbare en vaak humoristische wijze gidst de kamergeleerde uit Weesp zijn lezers langs de hoopgevende knulligheid van de mens.
‘De mens is de machtigste soort op aarde. Alleen al het uitspreken van die ene zin draagt de kiem van de ondergang in zich’, schrijft bioloog Midas Dekkers (1946) in het laatste hoofdstuk van Het menselijk tekort. ‘Juist op hun hoogtepunt zijn ook de door de dieren zelf opgeroepen tegenkrachten op hun sterkst. De hoogste glorie is een alarm voor de diepste val. Het zwaarst voor een zwaargewicht is de strijd tegen zichzelf. Als er iemand is waar je niet tegenop kan is het je volmaakte evenbeeld.’ Volgens hem niksen mensen niet genoeg. ‘Stel je voor dat de mensen vaker hadden genikst. Er zou misschien geen Eiffeltoren zijn en geen bubbelbad, maar er waren ook geen files op geen vierbaanswegen, geen Ponyparken Slagharen, geen troonredes en geen Lelysteden. Waar je allemaal wel niet meer naar toe hoefde te gaan! Eindelijk tijd om eens lekker te niksen.’
Onvolmaaktheid
Het beeldend schrijven, met een ironische of relativerende ondertoon, is Dekkers zeker nog niet verleerd. De kamergeleerde en veelschrijver uit Weesp, die volgend jaar de 80 aantikt, kan zelf ook niet echt stilzitten en produceert nog steeds ongeveer iedere drie jaar een boek. Gingen die 45 jaar geleden vooral over beesten, nu beperkt hij zich tot de ‘kroon van de schepping’: de mens. Vier jaar geleden durfde hij het aan een eigenzinnige ‘biologische kijk op rassen’ te openbaren en nu behandelt hij de menselijke onvolmaaktheid: een tekort en knulligheid die we volgens hem vooral moeten omarmen. ‘Om een volmaakt mens valt niet te lachen, laat staan mét zo’n volmaakte. Humor is pas bij de zondeval ontstaan; in het paradijs viel niets te lachen. Daarna des te meer’, aldus Dekkers. ‘Dankzij onze gebreken hoeven we ons nooit te vervelen. Het tekort is er niet om weg te werken maar om te koesteren. Als schlemiel is de mens me het liefst.’
Straatje
In zeven hoofdstukken voert Dekkers zijn lezers door een woud van sierlijk beschreven argumenten, persoonlijke anekdotes, biologische wetmatigheden en citeert hij filosofen en alles wat in zijn straatje past: van Shakespeare tot Gerard Reve en van Cornelis Vreeswijk tot de Bijbel. ‘De Bijbel is het raarste boek. Hij zit achterstevoren. Hij begint waar hij op had moeten houden’, schrijft Dekkers. ‘Het bestverkochte boek ter wereld heeft geen happy ending maar een happy start.’
Het is best vermoeiend om Dekkers op al zijn zijpadden en uitweidingen te volgen. Die zijn soms onnavolgbaar en gaan vaak van de hak op de tak: over vogelbescherming, auto-ontwerp, granitovloeren, adamsappels, paradijsvogels, vrijgezellen en feromonen tot de cirkel, bol en gulden snede.
Volhouder
De volhouder wordt echter volop beloond met wijsheden die zo op een tegeltje kunnen: ‘Met makke meer mens’, ‘Zonder tekort geen verlangen’, ‘Eén onfeilbare soort en heel het ecosysteem stort in’, ‘De beste paradijzen bevinden zich in het verleden’, ‘Van waarheid word je wel wijzer, maar niet per se gelukkiger’, ‘Het kleinste territorium dat ben je zelf’, ‘Onschuldig wórden is onmogelijk, onschuldig kun je alleen zíjn’ en ’Wie slim is wordt schrijver en maakt een boek voor dommen en dwazen’.

HET MENSELIJKE TEKORT - Midas Dekkers
paperback, 291 pagina’s, 25 euro