Tobias Borsboom wist als negenjarig jongetje al dat hij pianist wilde worden. Inmiddels heeft hij een plek veroverd op de Nederlandse podia als succesvol, veelzijdig en creatief musicus. Hij is altijd op zoek naar nieuwe invalshoeken.





TOBIAS BORSBOOM
Tobias Borsboom kan zich niet meer precies herinneren waarom hij als kind juist voor de piano koos. “Mijn ouders luisterden vaak naar klassieke muziek op de radio en ze wilden graag dat ik, net als mijn oudere en jongere broer, een muziekinstrument leerde spelen. Ik mocht zelf bedenken wélk instrument en ik koos voor piano, ook al hadden we helemaal geen piano in huis. Wat mij destijds als zevenjarig jongetje heeft geïnspireerd tot die keus weet ik niet meer, maar in ieder geval was het een groot succes, meteen vanaf het allereerste begin. Ik zie mij nog rondlopen in de pianozaak waar ik mijn eerste piano mocht uitzoeken. Ik vond de lessen bij mijn eerste leraressen Denise Overeem en Farida Zejnal zo leuk dat ik al vrij snel zei dat ik later pianist wilde worden. Mijn ouders hebben dat idee ondersteund. Ze maakten een studeerschema voor me en daar hield ik me best goed aan. Natuurlijk ging ik ook weleens buitenspelen met vriendjes en dan zeiden mijn ouders meestal: ‘Kom je wel om half vijf thuis, Tobias, dan kun je ook nog pianospelen!’”





‘Het vluchtige en eenmalige van muziek vind ik mooi’



Hoewel Borsboom op een heel rustige, bescheiden manier vertelt over zijn opleiding als pianist, zijn de feiten spectaculair. Als kind won hij diverse concoursen voor jong talent, hij combineerde zijn middelbare school met de klas voor jong talent aan het Utrechts Conservatorium bij Paolo Giacometti en hij vervolgde zijn studie aan het Conservatorium van Amsterdam bij de nestor van de Nederlandse pianowereld, Jan Wijn. Daarnaast won hij ook nog diverse prijzen op concoursen. Sinds hij zijn masterdiploma behaalde in 2013 heeft hij zich ontwikkeld tot een veelzijdig pianist die steevast indruk maakt met zijn mooie spel en zijn originele programma’s. “Ik speel graag werken die wat minder bekend zijn, zoals bijvoorbeeld het toongedicht Pan van Víteˇzslav Novák dat ik recentelijk heb opgenomen op cd. Ook maak ik graag uitstapjes naar het theater, het spreekt mij aan om voorstellingen te creëren en muziek in een ander kader te plaatsen. Zo heb ik bijvoorbeeld voorstellingen gemaakt over het leven van Schubert. Samen met celliste Lidy Blijdorp en violist Pieter van Loenen heb ik deze zomer een nieuwe serie, ‘Klassiek achter de duinen’, opgericht. Mijn debuut-cd uit 2017 heb ik Wanderer genoemd, waarbij ik het romantische idee van ‘de wanderer’, heb gecombineerd met eigentijdse muziek. Het vluchtige en eenmalige van muziek vind ik mooi. Daarom is live optreden zo belangrijk en ben ik altijd op zoek naar een nieuwe invalshoek.”