HANS HEG
Jullie hebben wat gemist in maart! Hoezo? We hebben de traditionele Matthäus van het Concertgebouworkest toch weten te redden. Nadat vlak voor Palmzondag iemand van de productie met corona besmet bleek. Alles meteen geannuleerd en snel een oude opname met Philippe Herreweghe uit de kast gehaald. De radioluisteraars tevreden. Op tv idem dito. Daar werd een oudje met Iván Fischer uitgezonden. Niks mis mee. De teleurstelling bij het orkest was echter groot.
Maar wat zeur je nou? Dat die Johannes-Passion van Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerorkest werd verminkt? Erger: Moord in het Concertgebouw! Wél de kruisiging maar álle aria’s weggesneden. Alleen de koren, koralen en recitatieven bleven over. Geen bespiegeling, louter drama. Het karkas hinkelde ongeremd naar het slotkoraal. Fijnzinnig? Nee. Voor herhaling vatbaar? No way. Dirigent Daniel Reuss bekende weliswaar dat hij eerder zou hebben gezegd: dat nooit! Maar nu, in coronatijd, zat er niets anders op. Nood breekt wet. Bach is immers vogelvrij.


Amstel Quartet

Voor de ideale Johannes moesten we bij de Nederlandse Bachvereniging zijn. In de lege Grote Kerk van Naarden waarde wel degelijk de geest van Bach rond. Een verademing. Good old René Jacobs (74) presenteerde, zittend, een expressieve ‘Johannes’ vol tijdloze schoonheid. Hij baseerde zich op de vroege versie uit 1725, met een ander openings- en slotkoor. Wat ook frappeerde: hij toonde wederom aan dat Bach eigenlijk een gemankeerde operacomponist was. Gelovig, maar met een feilloos instinct voor de dramatische aspecten van het lijdensverhaal.
Toch hebben jullie wat gemist in maart!! Zeker de Wiener Zeitung niet gelezen. Die meldde tijdig dat 21 maart 1846 een historische datum was. Op die dag, exact 175 jaar geleden, verwierf een uit Dinant afkomstige jongeman in Parijs het patent op een aantal blaasinstrumenten dat hij had ontworpen. En waarmee hij al prijzen had gewonnen. Militaire kapellen, jazzbands en zelfs symfonieorkesten hebben veel aan deze zoon van een Belgische ‘ambachtsman’ te danken.
Adolphe Sax zorgde voor een opmerkelijk nieuw geluid. We kunnen niet meer zonder die specifieke klank van ‘zijn’ saxen. Maar wacht even. Jullie gaan er toch prat op dat er in Nederland meer saxofoon kwartetten zijn dan waar ook? Klopt. Toch heeft niemand zich kennelijk gerealiseerd dat 21 maart zo’n bijzondere dag was. Omdat we nog volop in de weer waren met Beethoven 250 en de 50ste sterfdag van Stravinsky, die eraan zat te komen. Ter verdediging: zowel het Amstel als het Berlage Saxophone Quartet heeft wel degelijk om aandacht gevraagd. Ja, voor hun nieuwe cd’s.
Ook een vorm van eerbetoon. Sax heeft overigens meer ellende dan plezier beleefd aan zijn vondst. Hij werd beschuldigd van plagiaat en heeft verschillende processen moeten voeren. Daardoor balanceerde hij op het laatst op de rand van de financiële afgrond. Treurig lot voor iemand die zo’n belanga rijke uitvinding op z’n naam heeft staan. Daarom prijs ik me nu gelukkig dat het Amstel Quartet via American Dream , waarvan een deel zelfs voor het ensema ble is geschreven, een andere kijk op recente Amerikaanse muziek biedt.
Hoe ‘authentiek’ willen we het hebben? Daarbij is het spanend om met minder bekende componisten als Marc Mellits, Paul Creston, Michael Torke, John Cage en Christian Lauba te worden gecona fronteerd. Highlights? De Tapas die Mellits tussen 2007 en 2017 schreef. Zeven spitse miniaturen als voorgerecht. En als toetje een swingende Mambo van Lauba. Een Tunesische componist die zijn opleiding in Frankrijk kreeg en ook bij Ligeti studeerde. Hij loopt inmiddels tegen de zeventig. Wat de vraag oproept: waarom hebben we zo weinig van hem gehoord?

Met Bach valt niet te spotten



Ja, en dan de Goldberg Variations van Berlage. Net als het Amstel Quartet een geweldig ensemble. Zowel technisch als op het muzikale vlak. De eerste cd’s voor MDG (van de producers Dabringhaus & Grimm) waren regelrechte voltreffers. Daardoor balanceerde hij op het laatst op de rand van de financiële afgrond. Treurig lot voor iemand die zo’n belanga rijke uitvinding op z’n naam heeft staan. Daarom prijs ik me nu gelukkig dat het Amstel Quartet via American Dream , waarvan een deel zelfs voor het ensema ble is geschreven, een andere kijk op recente Amerikaanse muziek biedt.
Wat wil je: dit onvergankelijke meestera werk is geschreven voor een toetsinstrua ment met twee klavieren. En zelfs dan valt het voor menige klavecinist of pianist niet mee om na tachtig minuten ongea schonden de eindstreep te halen. Voora beelden te over. Arrangementen voor strijkers en/of blazers, in dit geval dus vier saxen, zijn gewoon gedoemd om te mislukken. Doordat de scherpe ritmische contouren verloren gaan. En dat stoort nogal. Ook het Berlage loopt in die val. Al gaat het ditmaal niet om moord. Het is meer een poging tot... Nee, met Bach valt niet te spotten. Hij kan zich hoogstens morrend omdraaien in zijn graf.
En dat brengt me bij een bijzondere toegift, die ik aanvankelijk had willen aankaarten onder de noemer: Made in Holland. Het gaat om de elfde (!) release op Channel Classics van de Chinese, in Berlijn wonende violist Ning Feng. Ooit winnaar van het Paganini Concours in Genua. In de soms duivels lastige 24 Capriccio’s legt hij de lat opnieuw hoog. Bij Feng geen loze virtuositeit, maar een intens muzikaal betoog. Met als extraa tje een van later datum stammend nr. 25: het Caprice d’Adieu uit 1833.
De muren van de Remonstrantse Kerk in Renswoude genieten er nog van na.