Filmcomponist, arrangeur met vier Oscars in de prijzenkast, dirigent, jazzpianist, klassiek pianist: wat kon André Previn eigenlijk niet? Hij overleed in 2019, een maand voor zijn negentigste verjaardag. Nu wordt hij herdacht met een monumentale box waarin 96 cd’s een beeld geven van zijn gevarieerde muzikale erfenis.

ANDRÉ PREVIN




André Previn was door zijn televisiewerk beroemd in Engeland en de Verenigde Staten en vanwege zijn turbulente huwelijksleven een prooi voor de roddelbladen. Zijn tweede vrouw was de actrice Mia Farrow, die voor hem Frank Sinatra verliet en na hem met Woody Allen trouwde. Zijn vijfde echtgenote was de violiste Anne-Sophie Mutter. Na hun scheiding bleef hij voor haar componeren als de laatste grote liefde van zijn leven.
Andreas Ludwig Priwin werd in 1929 geboren in Berlijn als zoon van een Joodse advocaat. Toen hij tien jaar oud was, emigreerde het gezin naar Los Angeles om aan de nazi’s te ontkomen. Nog voor zijn twintigste manifesteerde hij zich reeds als filmcomponist in The sun comes up , waarin de hoofdrollen werden gespeeld door de hond Lassie en de actrice Jeanette MacDonald (die overigens allergisch voor honden was).
Hollywood bleef lange tijd zijn werkterrein, maar hij maakte ook naam als dirigent aan beide zijden van de oceaan. Van 1968 tot 1979 was hij chef van het London Symphony Orchestra. Hij gaf het orkest meer bekendheid met het televisieprogramma André Previn’s music night . In de Verenigde Staten deed hij hetzelfde als muzikaal leider van het Pittsburgh Symphony Orchestra met de tv-show Previn and the Pittsburgh . Met zijn mediagenieke verschijning trad hij in de voetsporen van Leonard Bernstein.





Wat kon André Previn eigenlijk niet?



Samen met zijn Londense orkest maakte hij talrijke opnamen voor EMI. Een van zijn troeven was het Russische repertoire. Honderden opnamen wijdde hij aan Prokofjev, Tsjaikovski en Rachmaninov. Ze zijn ruim vertegenwoordigd in de box. Een van de mooiste is de uitvoering van de Tweede symfonie van Rachmaninov uit 1973. Daarmee heeft Previn indertijd veel bijgedragen aan de herwaardering van de componist.
Een ander speerpunt was Franse muziek. Niet alleen Debussy en Ravel (met onder meer een sublieme Daphnis et Chloé ), maar bijvoorbeeld ook de Turangalîla-symphonie van Messiaen, die in 1977 nog niet zo geaccepteerd was als nu. In Pittsburgh was rabiaat boegeroep zijn loon toen hij daar het ‘moderne’ werk dirigeerde. Ondertussen kreeg hij aanzien als gastdirigent van de Wiener Philharmoniker. In de box bevindt zich hun opname uit 1979 van drie symfonische gedichten van Richard Strauss, een verrassing voor wie deze interpretatie nog niet kende.
Previn begeleidde even gemakkelijk Janet Baker als Ella Fitzgerald, maar zijn talent als jazzpianist is minder goed gedocumenteerd. Jammer, als je hoort hoe hij samen met de violist Itzhak Perlman ragtimes van Scott Joplin speelt. Als componist is hij in deze box alleen vertegenwoordigd met muziek voor films en musicals, niet met het ‘serieuze’ werk, waaraan hij zich vooral later zou wijden. Vanwege zijn uitstapjes naar de lichte muziek en zijn verschijning in de roddelbladen is André Previn vaak onderschat in de wereld van de klassieke muziek. Moge deze indrukwekkende muzikale erfenis daarin verandering brengen.