Door Wenneke Savenije - 25-02-2021 - Artikelen
‘Zonder aanmatigend te willen zijn, kan ik zeggen dat ik nooit de ideeën van iemand anders volg. Bij alles wat ik schrijf, volg ik twee hoofdprincipes: duidelijkheid en beknoptheid, waarbij ik al het overbodige vermijd bij het uitdrukken van mijn ideeën.’ - Prokofjev

DINARA KLINTON
De eerste keer dat ik de Russische pianiste Dinara Klinton (30) live hoorde spelen was vlak voor de eerste lockdown in het programma Spiegelzaal. Ik was meteen verkocht en schreef: ‘Dinara Klinton zette zich achter de Steinway en maakte met haar bloedmuzikale, genuanceerde en uitgebalanceerde Chopinspel alles waar wat grote pianisten al over haar hebben opgemerkt.’ Zo constateerde pianist Nikolai Luganski: ‘Een wonderbaarlijke natuurlijkheid en complete eenheid met het instrument verenigt zij met een virtuositeit van het hoogste kaliber.’ András Schiff schreef: ‘She is a real virtuoso, a born pianist, a very natural player.’ En Dmitri Bashskirov verklaarde: ‘Very talented young musician with an incredible potential and sublime musical sense.’
Een jaar later brengt de pianiste uit Charkov, Oekraïne - die werd opgeleid aan het Conservatorium van Moskou en het Royal College of Music in Londen, zo’n 15 concoursen won op internationale pianocompetities en nu zelf lesgeeft in Londen - alweer haar vierde album uit met alle pianosonates van Prokofjev. Dat is best pittige materie, maar Klinton weet bij elk van de negen sonates op een volstrekt authentieke manier de muzikale essentie tevoorschijn te toveren: warm en spontaan, helder en direct, puur en natuurlijk, virtuoos en expressief. Dat maakt haar nieuwe cd in dit Prokofjevjaar tot een waarachtig monument.
Prokofjevs muziek danst, verhaalt over dromen en verlangens, bijt en prikkelt
Dinara Klinton: ‘Wanneer componisten zich uitgebreid concentreren op een bepaald genre – sonate, symfonie, kwartet – dan wordt wat zij schrijven vaak een kroniek van hun leven. Het bijzondere aan Prokofjevs pianosonates is dat ze niet alleen het spectrum van zijn compositorische vaardigheden en verbeeldingskracht weerspiegelen, maar ook de breedte van zijn gedachten, stijl en ontwikkeling over een periode van veertig jaar. Ze geven heel goed de tijdgeest weer van de periode waarin ze zijn gecomponeerd. Het is interessant om te zien hoe hij in latere sonates vrijelijk ideeën en begrippen uit eerdere stadia van zijn leven weet te gebruiken, zij het op een andere manier. Zeggen dat hij een man was die zich liet regeren door zijn ideeën, betekent niet dat hij zich als componist niet heeft ontwikkeld of zijn stijl niet heeft veranderd. Integendeel. Maar waar het op neerkomt is dat hij altijd een rebel is geweest, een kleine jongen met veel sarcasme en zelfverachting, gedisciplineerd en met een brutale, snelle geest. Van het begin af aan wist hij precies wat hij wilde zijn en hoe hij zich moest uiten. Dit alles is niet bedoeld als een devaluatie van zijn laatste jaren, maar juist om zijn sterke kanten te kunnen bewonderen.’
Met Klinton als ideale ‘verklanker’ van Prokofjevs originele geest worden zijn pianosonates bijna fysiek voelbaar. Zijn muziek danst, verhaalt over dromen en verlangens, bijt en prikkelt, vertelt ontwapenende sprookjes, imponeert door de lichtvoetige genialiteit van de soms complexe structuren in prachtige kleurschakeringen, en spreekt in alle negen sonates optimaal tot de verbeelding.

