‘Een jonge tsaar van de piano’. ‘Een reïncarnatie van Liszt’. ‘Een jeugdige tijger op de toetsen’. ‘Een vuurspuwende virtuoos met poëtische charme’. Recensenten lijken tegen elkaar op te bieden om hun enthousiasme te uiten over het spel van Alexandre Kantorow (22).





ALEXANDRE KANTOROW

Natuurlijke flair, overrompelende virtuositeit en sensualiteit gaan een magisch verbond aan



In juni van dit jaar won Alexandre Kantorow als eerste Fransman het eerbiedwaardige Tsjaikovskiconcours in Moskou. Tekenend: als enige van de finalisten koos hij niet het populaire Eerste maar het veel minder bekende Tweede pianoconcert om het publiek en de juryleden te verleiden. Valery Gergiev was er als de kippen bij om de ‘jonge tsaar van de piano’ te engageren.
Alexandre is een zoon van Jean-Jacques Kantorow, hier bekend als voormalig concertmeester en dirigent van het Nederlands Kamerorkest. Anders dan zijn vader en moeder koos hij niet voor de viool maar voor de piano. Op zijn elfde kreeg hij les van Pierre-Alain Volondat, de ietwat wereldvreemde musicus die in 1983 de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel had gewonnen. Tegenwoordig wordt Kantorow nog gecoacht door de befaamde pedagoge Rena Shereshevskaya in Parijs.
Reeds lang voor zijn definitieve doorbraak in Moskou waren velen overtuigd van zijn uitzonderlijke talent. Toen hij zestien jaar oud was, maakte hij al zijn eerste cd. Hierop speelde hij samen met zijn vader Franse vioolsonates van Fauré en tijdgenoten. Jean-Jacques had als dirigent van de Finse Tapiola Sinfonietta een hechte relatie met het Zweedse label BIS. Zo kon Alexandre al op zijn zeventiende beide pianoconcerten van Liszt inclusief diens furieuze Malédiction voor piano en strijkers opnemen voor het prestigieuze label. Uiteraard wordt de ‘jeugdige tijger op de toetsen’ hierbij begeleid door de Tapiola Sinfonietta onder leiding van Jean-Jacques Kantorow. De recensent van Gramophone signaleert dat vader en zoon ‘telepathisch’ op elkaar zijn afgestemd.
BIS geeft de eigenzinnige Fransman de vrije hand in de programmakeuze. In À la russe onderzoekt hij zijn Russische roots in werken van Rachmaninov, Tsjaikovski, Stravinsky en de berucht moeilijke oriëntaalse fantasie Islamey van Balakirev.
Op zijn meest recente cd keert Alexandre Kantorow met drie pianoconcerten van Saint-Saëns (de nummers 3, 4 en 5) terug naar Franse sferen. Hij wordt opnieuw begeleid door de Tapiola Sinfonietta onder leiding van zijn vader, die het hart voor Saint-Saëns op de goede plaats heeft, zoals hij al vaak heeft bewezen. Met de kleine bezetting van veertig orkestleden blijft de samenklank mooi transparant en de aanpak kamermuzikaal.
De pianist is hier met zijn sprankelende toucher en innige muzikaliteit eerder een dichter en charmeur dan een vuurspuwende virtuoos. Toch kan het vuur ineens vanuit het schijnbare niets hoog oplaaien. Dat maakt zijn spel juist zo spannend en verrassend. De laatste twee concerten zijn overigens al in 2016 opgenomen toen hij nog geen twintig jaar oud was. Des te verbluffender zijn de gerijpte interpretaties. Nummer 5 spant wel de kroon. Dit draagt de bijnaam ‘L’Égyptien’ omdat het tijdens een verblijf in Luxor is gecomponeerd en een Nubisch liefdeslied erin is verwerkt. Natuurlijke flair, overrompelende virtuositeit en sensualiteit gaan in de handen van Alexandre Kantorow een magisch verbond aan. We zullen nog veel van hem horen.