Door Eddie Vetter - 28-05-2019 - Artikelen
Dit jaar wordt herdacht dat Berlioz anderhalve eeuw geleden is gestorven. Overal klinkt zijn muziek, de ene cd na de andere verschijnt op de markt, maar in zijn eigen tijd en vooral in zijn eigen land kreeg hij niet de erkenning die hij verdiende.
HECTOR BERLIOZ
Hector Berlioz werd in 1803 geboren in een plaats tussen Lyon en Grenoble met uitzicht op de Alpen. Zijn vader, een arts, gaf hem zelf onderwijs. Hector speelde fluit en gitaar, maar kreeg nooit pianoles zoals een echte componist in die tijd. Met oude handboeken leerde hij zichzelf de regels van de harmonie aan. Hoewel de muziek hem trok, moest hij van zijn vader medicijnen studeren in Parijs. De jongen zag het niet zitten: ‘Dokter worden! Anatomie studeren! Sectie verrichten! Deelnemen aan gruwelijke operaties in plaats van mij met lichaam en ziel te wijden aan de muziek, de sublieme kunst waarvan ik toen al de grootheid ontdekte. O nee!’, zo noteerde hij in zijn memoires.
Toch moest hij er twee jaar lang aan geloven. Hector verkoos niettemin de Parijse Opéra boven het ‘geschreeuw van patiënten’ in ‘vieze ziekenhuizen’. En hij componeerde. Zijn muziek werd zowaar uitgevoerd. Hij ging naar het conservatorium en dong viermaal naar de Prix de Rome. De jury vond de onorthodoxe muziek van het enfant terrible ‘onspeelbaar’, ‘gevaarlijk’ zelfs, maar de vierde keer was het raak en won hij de prijs. Berlioz werd tot over zijn oren verliefd op de Engelse actrice Harriet Smithson. Zij moest echter niets van die opdringerige Fransoos hebben. Zoals hij Harriet en Shakespeare adoreerde, zo dweepte hij met Beethoven, die zijn muzikale horizon verruimde. Hij ontdekte de expressieve mogelijkheden om met een ‘sprekend’ orkest een spannend verhaal te vertellen en ontwikkelde zich tot een expert op het gebied van de instrumentatie. De ongelukkige liefde voor Harriet verwerkte hij in de
Symphonie fantastique (1830) over de dromen en frustraties van een tragische kunstenaar.
Niet alleen in zijn memoires en brieven die hij aan het thuisfront schreef maar ook in zijn muziek kwam de overweldigende indruk die Italië op hem maakte tot uiting toen hij daar dankzij de prijs vijftien maanden mocht verblijven. De impressies zouden nog lang naklinken in werken als
Harold en Italie ,
Roméo et Juliette ,
Le carnaval romain ,
Béatrice et Bénédict en
Benvenuto Cellini .
Terug in Parijs bleek ook Harriet
back in town te zijn. Met een onverminderde bezetenheid maakte Berlioz haar het hof. Het leidde zelfs tot een huwelijk. Dat hield zes jaar stand. Destijds verdiende hij zijn geld met journalistiek werk en timmerde hij aan de weg met concerten die hij zelf dirigeerde. Zo maakte hij vooral naam als dirigent. De poging om met
Benvenuto Cellini het bolwerk van de Parijse Opéra te veroveren, mislukte jammerlijk.
Als miskend genie zocht Berlioz zijn heil in een internationale carrière. Hij dirigeerde overal in Europa en werd daarbij ook onthaald als een componist van originele muziek, zoals de hemelbestormende
Damnation de Faust . In Frankrijk wekte hij vooral opschudding met massaconcerten, soms met meer dan duizend musici. Er verschenen karikaturen waarop hij met een telegraafpaal voor het orkest stond te zwaaien of waarop blaasinstrumenten waren afgebeeld als angstaanjagende kanonnen terwijl luisteraars vertwijfeld naar de oren grepen. Maar er was ook een andere Berlioz, die van de intieme liederen uit
Les nuits d’été en de innige devotie van
L’enfance du Christ.Mateloze tederheid en kolossale emoties
Hij heeft zich nooit gemanifesteerd als een grijze muis in het Franse muziekleven, eerder als een componist van superlatieven, van mateloze tederheid en kolossale emoties, van grootse en meeslepende ervaringen. Toen hij zich waagde aan het illustere genre van de ‘grand opéra’, dijde dat meteen uit tot de dimensies van
Les Troyens , ruim vierenhalf uur muziektheater. Zou hij dan toch nog de Parijse Opéra veroveren? Het bolwerk gaf geen krimp. Berlioz week uit naar het Théâtre-Lyrique, maar moest razend toezien hoe zijn grandioze werk daar werd verminkt.
Vijf jaar voor zijn dood keerde hij terug naar zijn geboortestreek. Daar was hij als jongen van twaalf ooit verliefd geworden op de achttienjarige Estelle Duboeuf. Bijna een halve eeuw later zocht hij haar op. Toen hij haar zag, kon hij volgens zijn memoires niet meer ademen, niet meer spreken. Sindsdien schreef hij haar bijna elke maand een brief, dankbaar voor de glimp die zij hem bood op zijn lang vervlogen kindertijd.
Zijn gezondheid liet al lang te wensen over. Na concerten in Sint-Petersburg probeerde hij wat bij te komen aan de Middellandse Zee, maar in Nice maakte hij een lelijke val, vermoedelijk ten gevolge van een beroerte. Hij overleed op 8 maart 1869 in Parijs.