“Just sing every note” , zegt Anneleen Lenaerts. Jong als ze is, behoort ze tot de meest gelauwerde harpisten van onze tijd. We hebben het over de soloharpiste van de Wiener Philharmoniker, het wereldberoemde orkest dat zowel symfonieën speelt als (heel veel) opera’s. Dat haar nieuwe cd doordrenkt is van Wiener atmosfeer ligt voor de hand, en toch blijft het resultaat verrassen...





ANNELEEN LENAERTS




Je ontdekt er steeds weer wat nieuws in, want wat een kleuren kun je oproepen met de harp... Vienna Stories is de titel en Wenen is het middelpunt. De cd van Anneleen Lenaerts ademt aan alle kanten de sfeer van de stad van cultuur, muziek, opera en symfonie, de stad waar de grote componisten leefden. “Ik had een harde leerschool bij de Philharmoniker,” zegt ze, “op elke opera moest je zelf hard studeren, maar daarna ging je zonder repetitie de orkestbak in om de ene na de andere opera te begeleiden. Zo’n repertoiresysteem krijg je pas na drie jaar onder de knie... maar dan? Dan kun je verder alles aan!”
De coronaperiode was voor musici heel vervelend, “maar,” zegt Lenaerts, “juist dat gaf de kans om na te denken over deze cd en te kijken wat me het meest ligt. Een samenhangend programma, niet zomaar een paar stukjes.” Voor de harp bestaat eigenlijk weinig repertoire. Het glanzende instrument kreeg pas vleugels in de negentiende eeuw dankzij het tweepedalensysteem. “Pas toen gingen de componisten ervoor schrijven, we missen dus veel van de klassieke en barokperiode en daarvoor.”

Wenen als middelpunt



Maar ook daarna bleef de harp onderbelicht. “De harp is te weinig gekend als solo-instrument,” verzucht de Belgisch-Limburgse, “door de complexiteit van het instrument hebben componisten ook wel schrik om voor ons te schrijven.” Vandaar ook het grote aantal harpbewerkingen van allerlei bestaande muziek. Ook Lenaerts maakt arrangementen met meesterhand, verwijzend naar geliefde opera’s die ze in Wenen regelmatig speelt. En dan hoor je hoe prachtig dat instrument zich leent voor Jevgeni Onegin , de Maanaria uit Dvoráks Rusalka , Walthers Preislied uit Wagners Meistersinger , Liszt, Gounod, Smetana’s ruisende Moldau en niet te vergeten haar eigen Fantasie op Puccini’s La Bohème.
Twee bewerkingen maakte haar broer, de componist Wouter Lenaerts: de Walzer uit Der Rosenkavalier en het meeslepende An der schönen, blauen Donau , waaraan strijkers uit de Philharmoniker de onontbeerlijke Wiener schmalz toevoegen. “Ik zou dat niet gekund hebben met zomaar een orkest, heerlijk om met mijn collega’s te spelen.” Tussen de weelderige arpeggio’s door horen we voortdurend de melodie. Dat vrijuit ademen en zingen voor Lenaerts essentieel is merk je ook aan haar masterclasses, te genieten op YouTube: heel betrokken, meelevend, intens, niet alleen gefocust op techniek, maar bovenal op de melodie. Wat wil je je studenten meegeven? “Ademen! Blokkades wegnemen! Hun sterkte opzoeken, hun eigenheid. En zingen: just sing every note!
En wat wil je bereiken voor de harp? “Er is voor ons heel veel werk aan de winkel! Componisten moeten zich veel bewuster zijn van de harp, er zijn zoveel mogelijkheden om te kleuren, jonge mensen moeten de schoonheid ontdekken, het is zo’n heerlijk instrument.” Als ik haar vertel dat ik twee nichtjes heb die harp spelen, lacht Lenaerts tevreden. Aan ons zal het niet liggen.