Virva Immonen

Iedereen durft mooi te zingen, mooi zingen is alleen een kwestie van kunnen. Nee, van echt lef getuigt het om zo te zingen dat de schoonheid ervan geen doel meer is, mooi niet eens in je opkomt. Je zingt, en hoe het klinkt zie je later wel.
De Finse zangeres Virva Immonen is gezegend met een prachtige stem. Met haar band Viba presenteert ze op het gelijknamige album acht sterke nummers die zich ergens in de schemerzone tussen pop, hiphop, folk en jazz bevinden, en waarin ze vooral de vrijheid zoekt. Dat zoeken uit zich in extreme contrasten. Vlotte dansbeats waarover Immonen meer praat dan zingt, maar ook gedragen songs waarin Immonen het uiterste van haar bereik en techniek verkent. Dat is waar ze indruk maakt: het moment waarop een zacht en zoet gezongen melodie in een intense schreeuw overgaat.

Zo zingen dat je je hart vasthoudt



Ook op MOD , de plaat die de FinsZweedse zangeres Désirée Saarela maakte met accordeonist Maria Kalaniemi, wordt een ingetogen, haast gefluisterd zingen afgewisseld met ogenblikken waarop Saarela bijna aarzelend haar stem verheft. Indringende ogenblikken; je hoort de weifeling, de spanning van een korte disbalans. Allemaal des te indrukwekkender omdat Saarela voortdurend zingt alsof ze het direct tegen jou, de luisteraar, heeft. En omdat Kalaniemi daar zulke gloedvolle accordeonpartijen tegenover zet.
Met een totaal ander stemgeluid en in een totaal andere muziekstijl bereikt de Nederlandse Margriet Sjoerdsma met haar Odelion Orchestra een enigszins vergelijkbaar effect. Sjoerdsma is een zangeres die de intimiteit niet schuwt, opzoekt zelfs. Mooi klein gezongen, vaak zo zacht dat er niet meer is om achter schuil te gaan: het is alleen die stem, de tekst die ze zingt, misschien dat Jeroen van Vliet een paar poëtische noten op de piano speelt. Dan even later zet de stem aan, blijft breekbaar, maar wint aan kracht, en als wind in de zeilen zijn daar de warme arrangementen en het smaakvol afgewogen groepsgeluid, met cello, viool en altviool als strijkers en als blazers trombone, bastrombone en Franse hoorn. Melancholisch tot op het bot. Ook dat moet je durven.
Mattias Risbergs Mining gaf een eerste concert in een donkere mijn. Vandaar de naam. Op hun tweede plaat leidt de Zweedse pianist zijn septet via popsongs en een Zappa-achtig spel met intervallen naar een meeslepende ballad waarin zangeres Jennie Abrahamson opnieuw alles geeft. Mooi zingen, dat kan ze. Zo zingen dat je je hart vasthoudt, zo gewaagd, zo intens vol overgave, dat kan ze onvergetelijk goed.