Foto: Dostoyevsky opera - 08-08-2019 - Artikelen

Een van de hoogtepunten in het Holland Festival 2019 (een topjaar) was een ‘aangekleed’ concert met de wat cryptische titel: Chronicle of Current Events . Na de overweldigende openingsvoorstelling over wat Europese legers tijdens de Eerste Wereldoorlog in Afrika hebben aangericht en na de overrompelende enscenering van aus Licht , 15 uur Stockhausen in de immense Gashouder, kwam de intieme avond op 7 juni als een kleine verrassing.
Het Muziekgebouw was deels in het duister gehuld. De leden van Kremerata Baltica hadden kleine lampjes op hun lessenaars. Tussen hen in ook sterviolist Gidon Kremer. Op een groot scherm werden sfeervolle illustraties getoond, die ook hadden kunnen worden weggelaten, omdat de muziek zo intens en aangrijpend was. Nooit eerder heb ik anderhalf uur lang – live – alleen maar composities van Mieczyslaw Weinberg gehoord. Hoe is het mogelijk, ik schaam me gewoon.

Weinberg werd honderd jaar geleden in Polen geboren, vluchtte voor de nazi’s naar de Sovjet-Unie, werd daar door de dertien jaar oudere Sjostakovitsj opgevangen, waaruit een levenslange vriendschap groeide. Het respect en de beïnvloeding waren wederzijds. Ze speelden samen piano, testten zo elkaars composities en ook die van anderen. Sjostakovitsj werd al vrij snel wereldberoemd, met name na de première van zijn Leningrad -symfonie.
Qua stijl verschilt het werk van de joodse immigrant en de geboren Rus niet eens zo veel. Al komt Sjostakovitsj vaak heftiger, bijtender en sarcastischer uit de hoek dan de lyrische en introvertere Weinberg, die in zijn 21 symfonieën af en toe overigens ook felle en groteske passages à la S. inlast. Het treurige is echter dat we daar nauwelijks weet van hebben. Wanneer staat Weinbergs muziek op de programma’s van onze orkesten? Nooit! Hoeveel cd’s zijn er in omloop? Slechts een handjevol.
Alleen als je YouTube of Spotify afstruint kom je bijzondere dingen tegen. Maar het is niet te vergelijken met de onafgebroken stroom symfonieën van Sjostakovitsj. Het lijkt erop of iedere dirigent tegenwoordig behalve een Beethoven- of Mahlercyclus ook een complete Sjostakovitsj op zijn conto moet hebben. Niets mis mee, maar het staat niet in verhouding tot de vergetelheid waarin Weinberg al bij leven en nog meer na zijn dood in 1996 is beland.
Tijd voor actie dus. Het moet maar eens afgelopen zijn met de discriminatie van de man die in Rusland lange tijd ook als Mojse Vaynberg bekend stond. Eén componist met twee namen! Om die rehabilitatie voor elkaar te krijgen hebben we de hulp van alle grote jongens (en tegenwoordig ook meisjes) nodig. Kremer heeft zich al eerder voor het oeuvre van Weinberg ingezet. Zijn Holland Festivalconcert was fenomenaal. En door de originele collagevorm een ware ‘ear-opener’.
Op een net verschenen cd speelt hij de 24 Preludes voor cello solo, Weinbergs opus 100, ooit geschreven voor Rostropovitsj (die ze volgens mij nooit heeft gespeeld), maar die door Kremer zijn bewerkt voor viool solo. Alsof een moderne nazaat van Paganini ineens in de twintigste eeuw is beland. Ruim drie kwartier hogeschoolwerk dat wel enig concentratie- en uithoudingsvermogen vereist. Weinberg maakt het niet alleen zijn executanten moeilijk.
Wie ervoor gaat wordt beloond. Kijk maar wat de Letse dirigente Mirga Grazinyte-Tyla voor elkaar kreeg met haar debuut-cd voor Deutsche Grammophon. De twee Weinberg-symfonieën (2 en 21) zijn als een bom ingeslagen. Haar ijzersterke uitvoeringen, een mooie samenwerking van ‘haar’ orkest in Birmingham en Kremers ensemble, hebben overal lof geoogst. Je ziet de prijzenregen al aankomen.
In dat kader wil ik even wijzen op wat Channel Classics een paar geleden al aan de orde stelde door het Eerste celloconcert van Sjostakovitsj te koppelen aan het enige Celloconcert van Weinberg. Een werk uit 1948, toen ook hij onder vuur lag van de Sovjetautoriteiten. Daardoor vond de première pas in 1957 plaats. Met Rostropovitsj als hartstochtelijke solist. Dat Sjostakovitsj twee jaar later eveneens met een celloconcert op de proppen kwam kan geen toeval zijn. Een intrigerende muzikale kruisbestuiving.
Tijd voor actie
Maar ook hier: Dmitri triomfeerde en kreeg alle aandacht, Mieczyslaws verstilde opus verdween naar de achtergrond en werd bijna vergeten. Totdat Nicolas Altstaedt in 2015 beide concerten in Berlijn liet vastleggen door Jared Sacks. Een vondst die destijds veel te weinig aandacht kreeg. Uitvoering en opname zijn briljant. Als iemand Weinberg daarna nog steeds als navolger van Sjostakovitsj of als een Sjostakovitsj light wil zien, het zij zo. Al klopt het plaatje natuurlijk niet.
Daarbij heb ik me erover verbaasd dat Kirill Kondrasjin in Amsterdam nooit één noot van zijn vriend en collega heeft gedirigeerd. Hoewel hij al verschillende werken van hem in Rusland in première had gebracht. Waaronder Weinbergs Vijfde symfonie, die nota bene aan Kondrasjin werd opgedragen. Zoals Weinberg zijn Tiende een paar jaar later aan de toen net overleden Sjostakovitsj opdroeg.
Er valt nog veel werk én onderzoek te verrichten. Maar er is hoop. Het Danel Quartet heeft inmiddels alle 17 strijkkwartetten van Weinberg voor CPO vastgelegd (en hoe – formidabel!). Ook Sol Gabetta heeft het Celloconcert opgepikt. En die zo succesvolle Mirga dirigeert Weinbergs Derde symfonie – een betoverend werk - tijdens de Proms. Een Londense première. Nu Amsterdam nog!

