Breng de letters uit de genummerde vakjes over naar de gelijkgenummerde vakjes van de oplossingsbalk.

HORIZONTAAL
1 schoolopgave 4 ongedierte 6 zandweg 9 gemeendheid 10 knoflooksaus 11 ik (Latijn) 12 stuk goed 14 gesloten 15 lichte bedwelming 17 snoekachtige zeevis 18 de neus reinigen 21 landbouwwerktuig 22 klaar 23 rivier in Siberiƫ 24 lidwoord 25 motorrijwiel 28 onderhuidse vetlaag 30 afspraakje 32 buidel 33 politieke partij 35 sluimering 36 voornaamwoordelijk bijwoord 37 bouwval 38 mannetjesschaap 39 afwijzing 40 zeer oud (voorvoegsel).

VERTICAAL
1 opleider 2 derhalve 3 lieftallig persoon 4 commerciƫle -zender 5 bierpomp 6 in de grond zetten van planten 7 tropische vetplant 8 scheeps-instrument 13 streling 16 borrelhapje 17 gesprek met het opperwezen 19 vliegende schotel 20 niet verder dan 25 oliehoudend gewas 26 bejaard 27 toestel 29 parachutist 31 melodie 33 Amerikaanse nieuwszender 34 honderd vierkante meter.