Door Paul Janssen - 30-01-2020 - Artikelen
Het getuigt van een zeker lef en van zelfverzekerdheid om de drie belangrijkste twintigste-eeuwse Franse vioolsonates op te nemen. De Hongaars-Nederlandse pianiste Klara Würtz en haar landgenoot en muziekkompaan Kristóf Baráti waagden het erop en slaagden glansrijk. Een gesprek over een bijzondere muzikale relatie.
KLARA WÜRTZ
Zoals dat wel vaker gaat met geslaagde muzikale relaties, was het ontstaan van het duo Klára Würtz en Kristóf Baráti een gelukkig toeval. Tien jaar geleden speelde Würtz tijdens een Beethovenmarathon in Boedapest. Ze zou de Frühlingssonate uitvoeren, maar de violist van dienst kwam niet opdagen. Würtz waagde de gok en vroeg kort voor het moment dat ze het podium op moest of er een violist aanwezig was met de bewuste sonate in zijn repertoire. Baráti meldde zich. “Hij vroeg heel cool of het goed was dat hij in zijn casual kleding speelde, want hij had geen podiumoutfit bij zich”, herinnert Würtz zich. “We hadden geen tijd meer voor een repetitie, dus we ontmoetten elkaar letterlijk op het podium. Hij speelde alles uit het hoofd. Zijn timing was ongelooflijk en paste perfect bij mij; een soort close encounters of the third kind . Ik heb met veel andere mensen samengespeeld, maar met hem leek het vanzelf te gaan.”

Van het een kwam het ander en in 2013 lag de cd-box met alle vioolsonates van Beethoven in de winkel. ‘U kunt alle andere opnamen weggooien, want als u Würtz en Baráti heeft gehoord wilt u niets anders meer’, schreef Fanfare.
Ook de cd met de Brahmssonates was een succes. “We waren daarna met de sonate van Ravel bezig”, zegt Würtz. “Die fascinerende afstandelijkheid en zijn gevoel voor proporties boeit ons enorm. Het was al snel vanzelfsprekend dat we de sonates van Franck en Debussy ernaast zouden zetten.”
Hoewel al deze sonates een rijke opnamegeschiedenis hebben, gingen Würtz en Baráti onbevangen hun gang. En met succes. Hun lezing van de beroemde sonates is onopgesmukt, waardoor de noten volop kunnen bloeien. Voeg daarbij het stralende spel van Baráti en de gave van Würtz om op de juiste momenten voorgrond van achtergrond te onderscheiden, en er ligt een cd die dwingt tot veelvuldig luisteren. “We wilden niet te veel toevoegen aan de noten”, verklaart Würtz. “Franck is bijvoorbeeld ook erg beïnvloed door de Duitse traditie. Ik heb de sonate ooit met mijn docent György Kurtág bestudeerd en hij wees mij er al op dat bijvoorbeeld in het tweede deel heel veel Schumann zit. We laten de muziek spreken, dat is eigenlijk alles.”
‘We laten de muziek spreken, dat is alles’

Würtz noemt Baráti zonder aarzelen een wereldster. Dat is ze zelf ook, al zal ze nimmer het sterrendom najagen. “Ik heb nooit iets opgezocht,” zo vat ze haar carrière tot nu toe samen, “en altijd geaccepteerd wat er op mijn pad komt.” Dat waren in 1998 de complete Mozartsonates die ze opnam voor de destijds veelbesproken Mozart Edition , de budgeteditie die verspreid werd via het Kruidvat. “Die opname heeft veel deuren voor mij geopend”, zegt ze nu. “Maar ik heb nooit de droom gehad om bijvoorbeeld de nieuwe Martha Argerich te worden. Ik was in mijn jonge jaren omringd door grootheden als Kurtág. Dat maakt nederig, want het is niet vanzelfsprekend dat je daartussen kunt staan. Zij hebben mij vooral geleerd dat het niet gaat om een imago, maar om de kwaliteit van de vertolking, van de muziek. En op dat punt vinden Kristóf en ik elkaar volledig.”
