Door Jos van der Zanden - 28-05-2019 - Artikelen
Als jongeman speelde hij voor stadhouder Willem V in Den Haag. Vervolgens trok Jan Ladislav Dussek (1760-1812) door heel Europa. Hij wist in de gunst te komen bij koningin Marie-Antoinette, speelde samen met Haydn in Londen en componeerde tussen de bedrijven door tientallen pianosonates. Dat hele pakket wordt op cd uitgebracht bij Brilliant Classics, met sommige werken als première. Initiatiefnemer Bart van Oort breekt een lans voor deze Bohemer.
BART VAN OORT
Het schijnt dat hij een van de eerste vroegnegentiende-eeuwse pianoleeuwen was. Is dat te horen aan zijn muziek?“Jazeker, hij wordt niet voor niets de eerste romanticus genoemd. Als je zijn sonates hoort herken je een duidelijke ontwikkeling. Sommige zijn romantischer dan die van Beethoven. Grote akkoorden, virtuoze gebaren, oktaveringen, veel pedaal, complexiteit van harmonieën ongehoord. Je gelooft gewoon niet dat het geschreven is in de periode dat Beethoven in zijn middenperiode zat. De late sonates van Dussek, zoals opus 77 (
L’Invocation ) of de
Elégie op Louis Ferdinand (opus 61) zijn hoogst bijzonder. De binnenstemmen, de dichtheid ervan, zoiets heeft Beethoven alleen in zijn late werken overtroffen. Die was trouwens goed op de hoogte van de muziek van Dussek, hij had alles wat van hem te krijgen was.”
Hoeveel sonates schreef Dussek en hoe heeft Brilliant Classics ze verdeeld?“Het hangt ervan af hoe je telt. Er zijn er nogal wat met begeleiding van een viool, dus vioolsonates. Maar solosonates werden ook uitgegeven met een vioolpartij: een heer speelde dan met een klavierspelende dame mee. Wij volgden de editie van Musica Antiqua Bohemica, dat wil zeggen 29 stuks. Zelf speel ik de drie sonates opus 10 en toen ik ging spitten merkte ik dat ook daar vioolpartijen bij bestaan, grappig. Het project nadert voltooiing, er liggen nu zes cd’s klaar en er volgen er nog twee. Tegen de zomer moet het klaar zijn. Brilliant Classics is er eigenlijk zijdeling bij betrokken, we hebben er een soort leaseproject van gemaakt. Ik nam zelf het initiatief. Zelf speel ik op één cd en voor de andere heb ik collegafortepianisten aangezocht uit mijn omgeving. Die liet ik een keuze maken, en uiteindelijk is alles mooi verdeeld. Als je het centraal regelt, wordt alles op eenzelfde piano gespeeld. Nu is er diversiteit.”
Je bedoelt dat er verschillende fortepiano’s zijn gebruikt?“Ja, de klankkleur van elke cd is weer anders. Alle musici (Wolfgang Brunner, Piet Kuijken, Alexei Lubimov, Tuija Hakkila en anderen) kozen hun eigen instrument en namen hun cd in de eigen omgeving op. Met eigen middelen, een zelfgekozen opnametechnicus, eigen montage en zo. Da’s heel goed gegaan, iedereen heef t de techniek volledig professioneel uitbesteed. Zelf speel ik op een Longman Clementi uit 1799 die bij Chris Maene staat. Alexei [Lubimov, red.] gebruikte hetzelfde instrument, maar met een andere technicus, en zie: het klinkt totaal anders. Een k westie van voorkeuren. Ik zeg ook weleens tegen een technicus: het zou wat voller of helderder kunnen, meer of minder omgeving, de discant is te veel weggedrukt, wat meer attaque en zo. Dat beïnvloedt het ei-ndresultaat.”
De eerste romanticus
Op wat voor instrument speelde Dussek zelf?“Voornamelijk op Engelse piano’s, ook in Frankrijk. Die waren in Duitsland, Nederland en Frankrijk erg geliefd. Met honderdtallen werden ze naar het continent gebracht. De adel bleef nog lang bij het klavecimbel, maar de fortepiano werd meer en meer een bourgeoisiedingetje. Engelse instrumenten herken je aan de klank, Ze verschilden erg van Weense instrumenten. Afgezien van de constructie – de hamers zitten andersom – hebben ze meer kracht, meer attaque, een langere toon, en vooral een toon met meer galm, ofwel naklank. De demping is niet zo efficiënt, de hamerkoppen zijn groter, er is meer van metaal, het is kortom een instrument met wat meer power. Klank maken was in Engeland belangrijk. De twee grote categorieën van toen waren Frans-Engelse tegenover Weense. De moderne vleugel is voortgekomen uit de Franse.”
Het moet heerlijk zijn om je eigen plannen te kunnen realiseren onder de vlag van een label. Vroeger kon zoiets niet.“Met Brilliant Classics heb ik vaak mooie projecten tot stand kunnen brengen, inmiddels zo’n vijftig cd’s. Sonates van Haydn, Mozart, Beethoven, een doosje met nocturnes, pianotrio’s, liederen. Zo’n geheel onbekend oeuvre als dat van Dussek is een nieuwe uitdaging. Het levert een prachtig overzicht op. Maar hopelijk staat het niet weer binnen een maand op YouTube, want daardoor wordt het steeds moeilijker om met cd’s de echte liefhebber te bereiken.”