Hans van den Boom is een van de iconen van de klassiekemuziekscene in Nederland. Op 1 september 2019 viert hij samen met het Concertgebouw de vijfentwintigste verjaardag van het succesvolle en geliefde Zondagochtend Concert, dat hij wekelijks live presenteert op NPO Radio 4. Hoe is zijn passie voor klassieke muziek ontstaan?
HANS VANDEN BOOM
“Ik kom uit een gezin waarin klassieke muziek geen enkele rol speelde. Mijn oudere broer en zus draaiden popmuziek en daar deed ik als jongste aan mee. Het is stom toeval dat ik in aanraking ben gekomen met klassieke muziek. Omdat mijn vader bij Philips werkte ontving hij een singletje met de afscheidstoespraak van een vertrekkend directeur. Toen ik die plaat voor het eerst hoorde sloeg bij mij de bliksem in. Deze plaat begon met de opening van de Afscheidssymfonie van Joseph Haydn. Ik had nog nooit een orkest gehoord, ik wist niet eens dat dit soort muziek bestond. Ik was totaal gefascineerd! Vanaf dat moment luisterde ik naar klassieke muziek op de radio en nam ik bandjes op. Later, toen ik op de middelbare school zat, kocht ik zo veel mogelijk lp’s. Een van mijn allereerste grote liefdes was Rachmaninov en mijn kostbaarste aanschaf was de dubbel-lp van de Amerikaanse pianiste Ruth Laredo met alle preludes van deze Russische componist. Mijn klasgenoten waren óf voor de Beatles óf voor de Rolling Stones, maar dat probleem had ik niet, want ik was voor Rachmaninov. Daarmee was ik natuurlijk wel een buitenbeentje.”

‘Mijn lust en mijn leven’






Van zijn hobby heeft Van den Boom uiteindelijk zijn beroep gemaakt. “Ik ben begonnen als radiopresentator voor een lokale Amsterdamse nieuwszender. Op zondagochtend hadden we wél zendtijd, maar er was niemand die dan wilde werken. En er was eigenlijk ook geen nieuws op zondagochtend. Toen heb ik gezegd: ik wil die uurtjes wel vullen, maar dan breng ik geen nieuws maar ga ik klassieke muziek laten horen. Ik draaide plaatjes, kondigde bijzondere concerten aan en nodigde weleens gasten uit in de studio. Ik vond dit al snel leuker dan al het werk dat ik door de week moest doen: achter krakers en raadsleden aanhollen. Naar klassieke muziek luisteren was zo veel leuker dan het presenteren van de waan van de dag. Op een gegeven moment wist ik het zeker: ik moet de klassieke muziek in! Ook nu het mijn vak is, is klassieke muziek nog steeds mijn lust en mijn leven. Ik ben ervan overtuigd dat die een bijdrage levert aan een betere, mooiere samenleving. Ze biedt een ontsnappingsmogelijkheid uit de dagelijkse sores die mensen uit elkaar drijft, zoals politieke meningsverschillen en verschillen tussen rijk en arm en jong en oud. Klassieke muziek verbindt.”
“Nieuwe cd’s zouden niet steeds opnieuw de bekende stukken moeten reproduceren, maar ook een bijdrage moeten leveren aan de verbreding van het repertoire. Zo werd ik laatst aangenaam verrast door een opname van Nicolas Altstaedt die het indringende Celloconcert, opus 43 van Mieczyslaw Weinberg, een vergeten vriend van Sjostakovitsj, op de plaat heeft gezet.”