Door Jos van der Zanden - 07-02-2019 - Artikelen
‘Dit is de eerste cd van Concentus Musicus Wien na het overlijden van Nikolaus Harnoncourt. Na door hem op zoveel muzikale ontdekkingsreizen te zijn gevoerd, maken we ons op om nieuwe, romantische oevers aan te doen.’ Dirigent Stefan Gottfried heeft vast goed nagedacht over dit zinnetje. Er ligt immers een buitengewone druk op hem: hoe in de voetsporen treden van een grootheid?
CONCENTUS MUSIC US WIEN
Toen Nikolaus Harnoncourt in 2016 stierf leek een tijdperk ten einde. Het oudemuziekensemble Concentus Musicus Wien dat hij in 1953 had opgericht en dat decennia lang maatgevend was voor uitvoeringen dicht bij de componist zelf, ging een tijdlang verweesd door het leven. Terend op het verleden, zoals authentieke barokmuziek, fonkelend-transparante Weense klassieken, van franje ontdane vroegromantiek en no-nonsens opera, werd naar een nieuwe richting gezocht. Het repertoire van Concentus Musicus was inmiddels breed genoeg. De oude meester had het zelf uitgebreid tot een heel eind in de negentiende eeuw, allerlei conventies en vanzelfsprekendheden trotserend. Probleem was nu de artistieke richting. Er moest onontgonnen terrein worden veroverd dat zowel voor de musicus en de concertganger als voor de cd-liefhebber voldoende spannend was.
Een nieuwe toekomst
‘Geen idee of het orkest met mij ter ziele zal gaan, ach, tegen die tijd komt er wel een oplossing’, filosofeerde Harnoncourt zo’n vijftien jaar geleden. Daarna deed hij steeds vaker een beroep op zijn continuospeler Stefan Gottfried. Die assisteerde bij Mozarts
Le Nozze di Figaro en dirigeerde opera’s van Gassmann en Salieri. Eerste reserve was hij, zogezegd. Uiteindelijk was het Gottfried die het stokje overnam. De nieuwe cd toont hoe hij de erfenis van zijn grote voorganger een vervolg geeft: door verder de negentiende eeuw in te trekken (Brahms), en het bekende te voorzien van een nieuwe insteek (Schuberts
Unvollendete voltooid).
Schuberts Achtste voltooien is al vaker gedaan sinds anderhalve eeuw geleden dit meesterwerk uit een oude koffer tevoorschijn kwam. De ongeveer honderd maten Scherzo vragen om voltooiing, een finale om toevoeging. Hier gebeurt het laatste met andere Schubertmuziek: de entr’acte uit
Rosamunde . Het voltooide Scherzo is zeker ook schubertiaans, maar aan de openingsdelen kan het niet tippen, natuurlijk. De muziekliefhebber zal vooral smullen van het onversneden Concentus Musicusgeluid, dat griezelig hoge niveau dat wordt gekenmerkt door een verfijnde balans tussen klassieke scherpte en romantische expressie. Wat dat aangaat is het orkest volledig op peil en zet het de traditie onverstoorbaar voort.
Bijna zou je Brahms’ zeven orkestliederen in de ‘Fassung’ van Anton Webern vergeten - ook tot de twintigste eeuw dringt Concentus Musicus Wien inmiddels door. Florian Boesch zingt Brahms zeldzaam ingetogen, alsof hij doordrongen is van de precisie en het niveau waarmee hij wordt begeleid.
Voorzichtig en met respect wordt hiermee een stap gezet richting een nieuwe toekomst. Wat eens begon met alleen barokmuziek, zou binnenkort weleens bijna drie eeuwen kunnen beslaan, tot aan de modernen. De grote meester zelf zou die ontwikkelingen vast met voldoening gadeslaan. Want voor Harnoncourt kende ware kunst geen grenzen en was het altijd de uitdaging die het beste bij hem naar boven haalde.
SCHUBERT (UN)FINISHED SYMPHONY (D 759), LIEDERFLORIAN BOESCH, CONCENTUS MUSICUS WIEN O.L.V. STEFAN GOTTFRIED APARTÉ
VKZ.NL/19112 € 22,99