EDDIE VETTER - 27-09-2018 - Artikelen
VKZ.NL/18511 € 13,99
PIANODe ooit zo populaire symfonische gedichten van Liszt zijn nog slechts mondjesmaat in de concertzalen te horen. Des te verrassender is het initiatief van Leslie Howard en Mattia Ometto om Liszts eigen bewerkingen van deze orkestwerken voor twee piano’s op te nemen. De componist was zelf te veel een pianist om het te houden bij gewone klavieruittreksels. Hij zette de muziek als een ware klavierleeuw naar zijn virtuoze handen, maakte er echte duo’s van, schrapte maten en veranderde zo nodig harmonieën. Hij liet zijn kunstenaarsfantasie de vrije loop. Luisteraars kunnen genieten van een hernieuwde kennismaking met composities die wel bekend zijn en toch niet dezelfde als de oren kennen.
In 1848 was de glanstijd van Liszt als pianovirtuoos voorbij. Adellijke dames waren bijna groepsgewijs in katzwijm gevallen bij zijn toverkunsten aan het klavier. Uit de relatie met gravin Marie d’Agoult was onder meer Cosima
DE GRENZELOZE KUNSTENAARSFANTASIE VAN FRANZ LISZT
geboren, die later zou trouwen met Richard Wagner. De tweede grote liefde van zijn leven was prinses Carolyne zu Sayn-Wittgenstein. Hij
ging zonder met haar te trouwen met haar samenwonen in Weimar, waar hij
tot kapelmeester was benoemd.
Daar ontstonden de twaalf symfonische gedichten waarmee de componist een oorlog aan het muziekfront ontketende. Tot het ‘conservatieve’ kamp behoorden Mendelssohn, Schumann en de machtige Weense criticus Eduard Hanslick, terwijl Liszt de voorman was van ‘progressieve’ toonkunstenaars als zijn toekomstige schoonzoon Wagner en Berlioz. De
strijd ging over de vraag of muziek in staat was buitenmuzikale zaken
uit te drukken, zoals gebeurde in de ‘programmamuziek’ van de
symfonische gedichten. Over deze kwestie nam Liszt overigens een
genuanceerd standpunt in. Hij schreef dat zelfs de beroerdste schilder
nog een getrouwer beeld van een landschap kon geven dan een musicus met
de beste orkesten van de wereld. Maar als dat landschap het onderwerp
was van dromen en gevoelens, wat zou in dat geval meer geschikt zijn om
die dromen en gevoelens uit te drukken dan de muziek met haar
geheimzinnige taal?
Zo droomt Liszt weg bij gedichten en toneelstukken van Victor Hugo, Lamartine, Herder, Byron, Shakespeare en Schiller ( Ce qu’on entend sur la montagne , Les préludes , Prometheus , Mazeppa , Festklänge , Hamlet , Die Ideale ) of bij schilderijen zoals het fresco Hunnenschlacht over een veldslag tussen christenen en heidenen. Hij laat horen dat hij niet alleen veel heeft gelezen, maar ook veel heeft gereisd. De luisteraar waant zich nu eens in Venetië, dan weer in Polen of Hongarije. Ontdaan van het stof van meer dan anderhalve eeuw is het revolutionaire karakter van deze muziek nog steeds evident. Dat is zeker ook te danken aan de gedreven uitvoeringen van Howard en Ometto, pianisten die elkaar goed aanvoelen, elkaar de ruimte laten en hun muzikaliteit geheel in dienst stellen van Liszts grenzeloze kunstenaarsfantasie.