JAN KUNST - 27-09-2018 - Artikelen
VKZ.NL/18510 € 9,99
KAMERMUZIEKDe jeugdjaren van Alfredo Piatti lezen als een negentiende-eeuwse roman. Na cello-onderricht door zijn oudoom speelde hij op zijn zevende in het operaorkest van Bergamo. Na een studie aan het conservatorium van Milaan leek niets een glanzende carrière in de weg te staan, totdat de zestienjarige cellist ziek werd en zijn cello moest verkopen. Dankzij een ontmoeting met Liszt, die hem uitriep tot ‘Paganini van de cello’ en hem een
PAGANINI VAN DE CELLO
Amati cadeau deed, kwam alles uiteindelijk toch goed en groeide hij uit tot internationale beroemdheid. De vergelijking met Paganini ten spijt,
geniet Piatti tegenwoordig maar een fractie van diens bekendheid.
Noferini en Plano bewijzen hoe onterecht dat is. Zij spelen deze stukken
alsof de virtuositeit bijzaak is en weten de luisteraar keer op keer in
het hart te raken. In de fantasie over Donizetti’s Gemma di Vergy wisselen smeltende lyriek, verbluffende vingervlugheid en innig pathos elkaar af. In Pioggia d’Aprile slaat de kille voorjaarsregen de luisteraar om de oren en Air Baskyrs
verrast met exotische bourdontonen. Klisowska’s sopraan is misschien
een fractie te helder voor de melancholieke zettingen van Tennyson en
Maffei, maar dat doet aan het luistergenot niets af.