Door Eddie Vetter - 26-05-2018 - Artikelen

DENIS KOZHUKHIN
In de roaring twenties lagen New York en Parijs minder ver van elkaar dan je zou denken. Maurice Ravel stak in 1928 voor het eerst de oceaan over. Vier maanden lang reisde hij kriskras door de Verenigde Staten om er eigen werk uit te voeren.
Daar raakte hij in de ban van Amerikaanse populaire muziek, van ragtime en jazz. Hij was bij de première van Gershwins musical Funny Face op Broadway en vond de muziek betoverend. Toen hij zijn 53ste verjaardag vierde, was Gershwin een van de gasten. Op het feest improviseerde deze voor de vuist weg op thema’s uit zijn Rhapsody in Blue . Daarna verkeerden de
De Oude en de Nieuwe Wereld
twee vaak in elkaars gezelschap om te genieten van jazz in de Savoy Ballroom of de Cotton Club, waar Duke Ellington optrad met zijn orkest.
George Gershwin was als componist autodidact. Hij was beroemd en rijk

geworden met musicals en de Rhapsody in Blue , maar keek op tegen zijn collega uit Europa en vroeg zelfs of deze hem compositieles wilde geven. Ravel wees het verzoek af uit angst dat de Amerikaan daardoor zijn originaliteit en spontaniteit zou kwijtraken. ‘Waarom een tweederangs Ravel worden als je een eersterangs Gershwin kunt zijn?’ zei hij, maar hij schreef wel een aanbevelingsbrief aan Nadia Boulanger, de vermaarde pedagoge die in Parijs zoveel Amerikaanse componisten onder haar hoede had. Anders dan de Rhapsody in Blue is het Pianoconcert in F een poging van Gershwin om een plaatsje te verwerven in de klassieke canon en de jazzy elementen een symfonische allure te geven. Bij Ravel klinken zijn Amerikaanse avonturen door in de muziek. In het Pianoconcert in G vormt jazz een van de vele ingrediënten. In het Pianoconcert voor de linkerhand, een opdracht van Paul Wittgenstein, die in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm had verloren, zijn jazzeffecten nog prominenter.
Denis Kozhukhin signaleert ondanks de verschillen tussen de twee ook overeenkomsten. ‘Zij hebben allebei in deze pianoconcerten hun horizon verruimd en bij beiden klinkt de muziek als een pure improvisatie terwijl niets erin aan het toeval is overgelaten. Gershwin was op dat moment bezig afstand te nemen van de jazz met alle vrijheid die daarbij hoorde, en Ravel had sterke klassieke wortels.
Geen wonder dat Gershwin hem als mentor wilde en dat Ravel op zijn beurt die unieke gave om jazz en klassieke stijlen met elkaar te combineren niet wilde bederven. Ikzelf zie deze twee titanen van de muziek als tegenpolen die elkaar tegelijkertijd aantrekken en afstoten.’

RAVEL, GERSHWIN
PIANO CONCERTOS
DENIS KOZHUKHIN,
ORCHESTRE DE LA SUISSE ROMANDE
O.L.V. KAZUKI YAMADA
PENTATONE 0827949062063
VKZ.NL/18346 € 22,99