Friedrich Gulda was een kleurrijke pianist die lak had aan het traditionele muziekleven. Mensen die voor een gewoon recital waren gekomen, trakteerde hij nogal eens op jazz, improvisaties en eigen composities. Dat hij ook thuis was in het klassieke repertoire, is te horen op de cd waarop hij de 24 preludes van Debussy speelt.
FRIEDRICH GULDA


Friedrich Gulda (1930-2000) is geboren en getogen in Wenen. Reeds als tiener werd hij gegrepen door de jazz, hoewel die in de Tweede Wereldoorlog verboden was in Oostenrijk. Al kort na de oorlog brak hij door als pianotalent. Hij won het concours van Genève, maakte zijn debuut in de New Yorkse Carnegie Hall en vormde samen met Jörg Demus en Paul Badura-Skoda de ‘Weense trojka’, zoals de pianistentop uit die stad werd aangeduid.
In de loop der jaren kreeg hij een steeds grondiger hekel aan de gang van zaken in de concertzalen en ging hij zich steeds excentrieker gedragen. Zo verschenen hij en zijn vriendin ooit naakt op het podium terwijl het publiek op Schumann wachtte. Ook hield hij zich weleens niet aan het gedrukte programma maar verraste hij zijn luisteraars met uitgebreide improvisaties van eigen hand. Of hij speelde juist Mozart als de mensen voor zijn eigen composities waren gekomen. Hij probeerde de grenzen tussen klassiek en jazz te doorbreken, maar bleef in beide sectoren een outsider.
Wat ik me vooral van zijn recitals herinner: als Gulda bijvoorbeeld Mozart speelde, stampte hij met zijn voeten. Dat was niet om de pedalen te bedienen maar om de ritmische drive te accenturen, de levende puls die hij zo miste in de klassieke muziekwereld waarin hij was opgeleid. Hij heeft eens gezegd: ‘Jazz is de muziek van nu, de enige moderne, progressieve muziek. Schönberg is niet echt nieuw, Bartók ook niet, en de experimentele componisten al helemaal niet.’

Helder, strak en precies



Foto: gseagaleriexl
Wie vanwege zijn liefde voor de jazz een swingende Debussy verwacht, komt bedrogen uit. Gulda speelt de 24 preludes van de Franse componist vooral helder, strak, precies, onopgesmukt en objectief, bijna als een representant van de nieuwe zakelijkheid. In de historische opname uit 1969 is goed te horen hoe consciëntieus hij de subtiele klankkleuren realiseert. Wel is het zo dat de impressies van het tweede boek over het algemeen sprekender uit de verf komen, misschien omdat de harmonische en ritmische aspecten daarin soms verrassend dicht de jazz benaderen.
In maart 1999, aan de vooravond van het nieuwe millennium, stond in de krant dat de Oostenrijkse pianist op het vliegveld van Zürich was overleden aan een hersenbloeding. Een paar dagen later bleek Gulda zelf de auteur van het persbericht te zijn geweest. Hij liet de wereld weten dat hij met Pasen zou verrijzen tijdens een feestelijk ‘wederopstandingsconcert’ samen met de Paradise Girls. Maar tien maanden later was het echt zover. Zijn wens om te overlijden op de verjaardag van de door hem bewonderde Mozart kwam uit: Friedrich Gulda overleed op 27 januari 2000 aan een hartaanval.


DEBUSSY
24 PRÉLUDES
FRIEDRICH GULDA
MPS 885470009735
VKZ.NL/18154