Sinds de oprichting van L’Arpeggiata in 2000 heeft Christina Pluhar al vele luisteraars opgezweept en ontroerd met originele en aantrekkelijke programma’s. Het nieuwste album Alla Napoletana bevat een aantal favoriete stukken die het ensemble al jaren speelt, aangevuld met nieuwe muziek die Pluhar tijdens de coronalockdown verzamelde.

CHRISTINA PLUHAR




Samen met acht gastzangers is het L’Arpeggiata weer gelukt om een bijzonder project te realiseren. Tijdens het Festival Oude Muziek Utrecht in 2019 presenteerde het ensemble onder leiding van theorbespeelster Christina Pluhar al een korte versie van Alla Napoletana , een gevarieerd programma met zeventiende-eeuwse Napolitaanse muziek. Tijdens de eerste lockdown aan het begin van de pandemie in 2020 gebruikte Pluhar alle extra vrijgekomen tijd voor de voorbereidingen van de nieuwe cd. Ze vond nog zo veel extra mooie muziek in de gedigitaliseerde bibliotheek van Napels dat het uiteindelijk een dubbel-cd is geworden.
Christina Pluhar: “Met L’Arpeggiata speel ik al twintig jaar lang Napolitaanse muziek uit de zeventiende eeuw; de bloeitijd van deze bruisende Italiaanse operastad, waar de muziek van de beroemde castraten even geliefd was als populaire volksmuziek en het komische straattheater (commedia dell’arte).
Iedere keer dat ik onderzoek doe voor een nieuw project vind ik zo veel nieuw materiaal, dat we lang niet altijd alles kunnen gebruiken voor de betreffende cd-opname. Zo komt het dat sommige liederen van Alla Napoletana tot de kern van ons repertoire behoren, zoals enkele tarantella’s en Il Pazzo en La Pazza (de mannelijke en vrouwelijke liefdeszieke ‘gek’) , terwijl ik andere stukken pas recentelijk heb ontdekt. Ik wilde dit keer vooral een vrolijke cd maken, niet alleen voor onszelf, maar ook voor de luisteraars. Ik vond dat we ons allemaal moesten vermaken met goede muziek, muziek die ons doet lachen, die het hart verwarmt. Iets lichts in deze onzekere tijden. Al zijn natuurlijk niet alle stukken lichtzinnig en is er ook ruimte voor diepere emoties. Maar het volkse karakter van veel liederen maakt het project tot een bonte verzameling van toegankelijke muziek.”
“Zodra ik een reeks composities heb verzameld rond een bepaald thema ga ik onmiddellijk op zoek naar de juiste zangers. Niet ieder lied kan zomaar door iedere zanger worden gezongen, ik heb altijd heel duidelijke voorkeuren. Inmiddels ken ik heel veel vocalisten, allemaal met hun eigen klankkleuren en hun eigen karakters. Soms weet ik bij een bepaald stuk meteen welke zanger ik wil vragen, maar het komt ook voor dat ik een prachtige compositie vind waarvoor ik géén geschikte stem kan bedenken. Zo’n stuk onthoud ik dan voor latere projecten. Met de meeste zangers van de nieuwe cd hebben we al vaker samengewerkt, maar er zijn er ook een paar bij die we nog niet zo lang kennen, zoals bijvoorbeeld de mannelijke sopraan Bruno de Sá. Hij heeft een paar jaar geleden auditie voor mij gedaan. Sindsdien hebben we nog niet de kans om samen te werken, maar voor dit project kon ik hem eindelijk uitnodigen, onder andere voor Sfere fermate van Sigismondo d’India. Minstens even belangrijk als het vinden van de juiste zangers is het instrumenteren en arrangeren van de muziek. Het is heel zeldzaam dat componisten uit de zeventiende eeuw aanwijzingen gaven over de instrumentatie, dus dat bedenk ik allemaal zelf.”

‘Muziek die ons doet lachen, die het hart verwarmt’



“Een van mijn favoriete stukken op de nieuwe cd is het vermakelijke lied Lo Guarracino . Dit kleine visje (een juffertje) woont in de Golf van Napels, waar hij hopeloos verliefd wordt op Sardella (sardine), die zo mooi op haar calascione speelt (een Napolitaans volksinstrument). Sardine is echter al verloofd met een kleine tonijn en die wordt natuurlijk enorm jaloers en nodigt al zijn vrienden en familie uit om te vechten met Guarracino en de zijnen. De tekst in Napolitaans dialect is geweldig en zit - geheel volgens de Napolitaanse traditie - vol met hilarische klanknabootsingen, zoals het schieten van pistolen en knallen van bommen. Luitist en tekenaar Vincent Flückiger maakte prachtige illustraties van de karakteristieke vissen uit het lied, en die pronken nu op de cover en in het cd-boekje. Dezelfde beelden zijn ook te zien op de video die we van dit lied hebben gemaakt. Andere favorieten zijn de kerkcantates van Cristoforo Caresana, waarin de herders die over het kindje Jezus waken een tarantella en een ninna nanna (Napolitaans slaapliedje) zingen. Net zoals Caresana verschillende muzikale tradities met elkaar vermengt, gaan wij op ons album Alla Napoletana ook voortdurend grenzen over. We zeggen niet ‘dit past niet op onze cd, omdat het kerkelijke muziek is’, maar we combineren alles: tarantella’s, folia’s, cantates, aria’s en Napolitaanse liederen. Zo ontstaat een kleurrijk portret van de zinderende stad Napels.”