Door Steijn van Schie - FOTO: IMAGESELECT - 29-03-2024 - Ecologie
In Kern County in Californië wordt op 5,5 procent van het areaal biologisch geteeld.
Boeren gaan meer gif spuiten als hun buren biologisch telen. Tenzij het areaal biologische akkers toeneemt of akkers geclusterd in een landschap liggen: dan neemt het pesticidengebruik in een gebied juist af.
Wanneer biologische akkers als losse postzegels in een landschap van conventionele akkers liggen, neemt het pesticidengebruik in een gebied toe. Cluster de biologische akkers en het pesticidengebruik op omringende conventionele akkers neemt juist af. Dat is de belangrijkste boodschap van een Science-artikel van 22 maart, waarin drie Amerikaanse onderzoekers met veldobservaties de impact van biologische landbouw op nabijgelegen velden in Californië in kaart brengen. De mobiliteit van plaagdieren en hun natuurlijke vijanden is hoogstwaarschijnlijk de drijvende factor achter de variatie in pesticidengebruik.
Uitbraken
Aangezien bij biologische teelt geen of relatief weinig pesticiden worden gebruikt, zijn er doorgaans meer diersoorten te vinden, vaak in hogere dichtheden. Dat geldt zowel voor plaagdieren als voor hun natuurlijke vijanden, zoals sluipwespen, spinnen en roofkevers; op een gezonde biologische akker houden de twee elkaar aardig in balans. Maar als de vaak mobiele diersoorten naar naburige velden vliegen waar men wel veelvuldig gif spuit, kan dat voor problemen zorgen: uitbraken liggen dan al snel op de loer. Met als logisch gevolg dat een boer intensiever gaat spuiten.
Dat is tenminste het theoretische kader dat de Wageningse ecoloog Felix Bianchi al in 2013 met modellen uitwerkte in Ecological Applications. De Amerikaanse biologen kijken nu hoe dit in de praktijk uitpakt en gebruiken daarvoor een enorme dataset van pesticidengebruik in Kern County in Californië, een uitgestrekte streek waar onder meer amandelen, druiven, sla en wortelen worden geteeld. Op 5,5 procent van het areaal gebeurt dat biologisch. In totaal analyseren ze het pesticidengebruik tussen 2013 en 2019 op zo’n veertienduizend velden, en kijken ze hoe akkers elkaar daarin beïnvloeden.
Landschapsniveau
Daaruit blijkt dat bij een 10 procent toename van biologische teelt in een gebied, het pesticidengebruik op nabijgelegen conventionele velden met gemiddeld 0,3 procent toeneemt. Als nabijgelegen akkers ook biologisch zijn, neemt het spuiten van gif juist af: met gemiddeld 2 procent. Toch pakt het op landschapsniveau negatief uit, simpelweg omdat er zo ontzettend veel meer conventionele akkers in het gebied zijn. Clusteren heeft dan zin, stellen de onderzoekers.
‘Het is natuurlijk ontzettend leuk om te zien dat de resultaten die ruim tien jaar geleden al uit onze modellen rolden, overeenkomen met de complexe realiteit, in dit geval in Amerika. Dat is lang niet altijd het geval’, vertelt Bianchi. ‘De dataset is ook bijzonder: hoewel boeren zowel in Nederland als Amerika hun pesticidengebruik moeten bijhouden, zijn de data alleen in Amerika ook beschikbaar voor onderzoekers.’
Hubs
Volgens Bianchi pleit dit resultaat ervoor om in Nederland sneller over te schakelen op biologische landbouw. ‘We zitten nu op iets minder dan 5 procent biologisch beheer: als dat naar 20 of 30 procent gaat, zal men veel minder hoeven spuiten omdat er dan veel meer natuurlijke vijanden in ons landschap aanwezig zijn. Met de geclusterde biologische velden als hubs. Daarin zit echt een enorme meerwaarde.’