PAUL JANSSEN - 23-02-2018 - December 2017
VKZ.NL/17612VERZAMELBOXEen muzikale biografie in dertig cd’s, dat is de box
Philippe Herreweghe – THE HARMONIA MUNDI YEARS , die ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag verschenen is. Een mooi monument voor een dirigent die naast grote pioniers als Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt en samen met min of meer generatiegenoten als Frans Brüggen en Ton Koopman bepalend is geweest voor de ontwikkelingen in de historische uitvoeringspraktijk.
Philippe Herreweghe samenvatten in dertig cd’s. Het kan net. Hoewel hij sinds 2010 zijn eigen label Phi heeft waarop hij opneemt wat hij nog van belang vindt, heeft hij sinds de vroege jaren tachtig zo’n kleine honderd cd’s opgenomen voor harmonia mundi. Die catalogus is niet alleen een grote schatkamer voor de ontwikkelingen in de historische uitvoeringspraktijk, het is ook een klinkende biografie van de man die met zijn Collegium Vocale Gent als goede amateur de wereld van Gustav Leonhardt en Nikolaus Harnoncourt en hun Bachcantateproject binnen rolde en die vervolgens via verschillende door hem opgerichte ensembles de weg vond naar de muziek van de twintigste eeuw.
En het is er allemaal. Van de schitterende renaissancewerken van Des Prez, Lassus en Palestrina door het Ensemble Vocal Européen via de klassieken van Mozart en Beethoven en de romantiek van Berlioz, Schumann en Bruck
KLINKENDE BIOGRAFIE
ner met het Orchestre des Champs-Élysées naar de twintigste eeuw van Mahler, Weill en zelfs Schönberg, want ook die prachtige opname van diens
Pierrot Lunaire met Marianne Pousseur in de hoofdrol en het Ensemble Musique Oblique in de ondersteuning ontbreekt gelukkig niet. Daartussen speelt uiteraard Johann Sebastian Bach een belangrijke rol: niet alleen de cantates die Herreweghe met La Chapelle Royale en Collegium Vocale opnam, maar ook het
Magnificat en de
Matthäus-Passion. Een brede waaier aan tijdperken en stijlen en een breed klankpalet van klein, enkelvoudig bezet vocaal ensemble tot volledig romantisch orkest.
Toch is er een constante en dat is niet alleen vanzelfsprekend Herreweghe zelf, maar ook zijn aanpak. Of hij nu een prachtig
Stabat Mater van Josquin des Prez uitvoert of
Das Berliner Requiem van Kurt Weill, altijd is er de trouw aan de partituur en het streven het klankbeeld te vangen met het instrumentarium dat ten tijde van het ontstaan van het werk in kwestie in zwang was. En
dat leidt bij Herreweghe nimmer tot mechanische reproducties van iets dat misschien ooit was, maar altijd tot een herleving van de kracht van de stemmen en instrumenten zoals ze toen ingezet werden. Tot een herontdekking, tot een eerste luisterervaring. Voor Herreweghe is elk werk dat hij aan de cd heeft toevertrouwd een première geweest. Of het nu een paar honderd jaar oud is, of in de twintigste eeuw geschreven.
Deze klinkende biografie vertelt ons niet alleen de ontwikkeling van de historische uitvoeringspraktijk, hij is ook dertig cd’s lang een les in onbevangen en onbevooroordeeld luisteren. En dat maakt deze box welhaast een verplichte cursus voor elke toegewijde muziekliefhebber.