EDDIE VETTER - 23-02-2018 - December 2017
VKZ.NL/17603KAMERMUZIEKNa zijn briljante cd’s met de
Rococovariaties van Tsjaikovski en de solosuites van Bach laat István Várdai opnieuw van zich horen, deze keer met alle kamermuziek die Zoltán Kodály voor cello heeft gecomponeerd. De hoofdmoot wordt gevormd door de monumentale Solosonate uit 1915, een tour de force van
EEN WARE CELLOVIRTUOOS
ruim een halfuur en het enige bekende werk op de cd. Met behulp van ‘scordatura’, waarbij de snaren anders dan gebruikelijk zijn gestemd, heeft Kodály wonderlijke effecten gecreëerd. Alle denkbare speeltechnieken passeren de revue, maar in de interpretatie van Várdai worden de luisteraars niet lastiggevallen met technische beslommeringen: dit is van a tot z spannende muziek in de handen van een ware cellovirtuoos. Het korte
Capriccio uit dezelfde tijd, eveneens voor cello solo, heeft het karakter van een halsbrekende etude, ook al is het gebaseerd op een eenvoudig volksliedje. In de overige composities krijgt de 32-jarige Hongaar gezelschap van de pianiste Klára Würtz. Hierin laat Várdai zijn instrument beurtelings hartstochtelijk zingen en als een razende tekeergaan, terwijl de pianopartijen nu eens aan Debussy doen denken en dan weer aan Bartók, vooral in passages waarin de toetsen als slagwerk worden aangeslagen.