HEIN VAN EEKERT - 08-08-2019 - Artikelen
Renée Fleming, Hartmut Höll, Münchner Philharmoniker o.l.v. Christian Thielemann DeccaBESTEL HIER

VOCAAL
De gemengde indruk die de nieuwe recital-cd van Renée Fleming – liederen van Brahms, Schumann en Mahler – nalaat, is niet gemakkelijk te benoemen. Pianist Hartmut Höll treft de eenvoud van Brahms’ Wiegenlied prachtig, maar Fleming laat het, in een nobel streven de tekst zo helder mogelijk te communiceren, bezwijken onder een te omvangrijke vocale trukendoos. In de overige Brahmsliederen wordt dit beeld nooit helemaal rechtgetrokken. Intussen blijft er dat specifieke stemgeluid, dat veel meer tot zijn recht komt in de cyclus Frauenliebe und -leben van Schumann. Die liederen profiteren immers van een vertolkster die al wat vrouwenleven achter zich heeft en Fleming omzeilt de valkuilen van sentimentaliteit vakkundig. De eerste liederen, over de jeugdjaren van de vrouw, lijken een vertederde terugblik; voor de latere liederen schuwt Fleming de grote emoties niet. Bij Mahlers Rückertlieder werkt Fleming samen met Christian Thielemann en de Münchner Philharmoniker: zoals gewoonlijk bij hun samenwerkingen op cd, toveren ze een prachtig en bijna verleidelijk klankpalet tevoorschijn. Het lijkt soms meer Richard Strauss dan Gustav Mahler en daar waar het beschouwende ontbreekt, verrast het overrompelende van de stem.
PRACHTIG, BIJNA VERLEIDELIJK KLANKPALET