Foto: Micha L. Rieser

De stormmeeuw kan er niks aan doen, maar lijkt toch echt in het PVV-logo beland. Een opportunistische vogel die het nu ook vooral moet hebben van migratie.

Wellicht worden we uitgemaakt voor ‘geestesziek’, maar de gestileerde rood-wit-blauwe meeuw in het PVV-logo lijkt toch vooral geïnspireerd op de stormmeeuw (Larus canus). Hierover ontstond in 2008 nog een relletje toen de Friese historicus Gjalt Zondergeld wees op gelijkenissen tussen het PVV-logo en een NSB-poster uit 1941, waarin een meeuw en ‘vrijheid’ prominent figureren (Historisch Nieuwsblad, 2008). Deze meeuw was ook hét symbool van de NSB-Jeugdstorm en hun tijdschrift heette zelfs De Stormmeeuw. Persbureau ANP meldde destijds dat PVV-partijleider Geert Wilders woedend was over de aantijgingen. Hij noemde het artikel ‘het werk van een zieke geest’ en verklaarde dat het logo was bedacht door een vormgever. ‘We wilden een positief beeldmerk en hij kwam met een vogel’, aldus Wilders. Om huiliehuilie te vervolgen: ‘Voortdurend proberen mensen mij in de foute hoek te zetten en moet ik me verdedigen.’

Dat klinkt best aannemelijk: de meeuw is een symbool voor vrijheid, zoals de duif voor vrede. Nu de PVV in de recente verkiezingen slechts twaalf zetels verloor en afgemeten tweede werd, is wellicht de zilvermeeuw (Larus argentatus) een betere kandidaat? Nee, een blik in WildersWebWinkel op de uitverkochte Vrijheidsmeeuw toont duidelijk dat de PVV-meeuw – net als de stormmeeuw – donkere ogen heeft en daardoor vriendelijker oogt dan de zilvermeeuw met zijn ‘gemene’ gele ogen.

Oppertunistisch
Linnaeus doopt de stormmeeuw in 1758 Larus canus, van ‘meeuw’ en ‘grijs’. De vanwege haar gekrijs niet zo geliefde meeuwsoort houdt zich in Nederland vooral op in het kustgebied. Hij geldt als een opportunistisch broeder, die zowel eieren legt in duinpannen, op akkers, daken en in bloembakken. Toch is de broedpopulatie sinds 1990 landelijk met zo’n twee derde gekrompen (Sovonnieuws, 2020). Dat er hier gemiddeld toch nog zo’n 160 duizend stormmeeuwen rondvliegen, komt vooral door de jaarlijkse wintermigratie en doortrek uit het noordoosten. Alleen migratie houdt de afzakkende stormmeeuw op de been.