Door Gert van Maanen - Foto: Unseen Studio on Unsplash - 03-10-2025 - Onderwijsartikel

Foto: Unseen Studio on Unsplash

Dit jaar daalt het aantal eerstejaars studenten biologie met bijna 10 procent, vooral door terugvallende instroom in Utrecht en Nijmegen
‘Wij hebben geen eenduidige verklaring voor de daling. Kamernood, veranderingen in numerus fixus van verwante studies, treinstaking tijdens één van de open dagen en opschaling (en extra middelen) voor/door technische universiteiten zullen allemaal een kleine rol hebben gespeeld’, vermoedt plantenfysioloog Martijn van Zanten, opleidingsmanager van de bacheloropleiding biologie van Universiteit Utrecht. Deze grootste biologieopleiding van Nederland kent dit jaar een flinke terugloop aan de instroom van eerstejaars: van 433 in 2024 naar 355 nu. Een daling met maar liefst 18 procent die ook zichtbaar is in de landelijke instroom bij de universitaire bachelor biologie: die daalt met bijna 10 procent, van 1.283 eerstejaars in 2025 naar 1.159 nu.
De biomedische bacheloropleidingen kennen landelijk juiste een stijging van 15 procent, van 803 naar 924 eerstejaars, die vrijwel volledig op rekening komt van de Engelstalige opleiding in Maastricht. Die heeft na twee studiejaren de numerus fixus er weer afgehaald en stijgt met maar liefst 76 procent van 185 naar 326 eerstejaars. Volgens opleidingsdirecteur van biomedical sciences in Maastricht Jan Theys levert deze sterk verhoogde instroom geen problemen op voor docenten of faciliteiten. ‘Dat kunnen we perfect aan’, aldus Theys. De opleiding zit met deze instroom ook nog onder het topjaar 2022, toen daar 484 studenten startten, en weer ongeveer op het niveau voor de coronapandemie.

Dit blijkt uit de inventarisatie van de instroom bij universitaire bacheloropleidingen die Bionieuws traditiegetrouw jaarlijks aan de start het studiejaar houdt onder opleidingscoördinatoren (zie bijgaande grafieken). Bij biologie is sprake van een afwisselend beeld qua instroom. De Engelstalige opleiding van de Radboud Universiteit is dit jaar nog de enige met een numerus fixus en kent ook een sterke daling: met 25 procent van 142 eerstejaars in 2024 naar 106 nu. ‘We hadden al jaren een numerus fixus van 220, en die hebben we nooit bereikt’, meldt bioloog Janine Gossen, onderwijscoördinator biosciences. Voor dit cohort heeft Nijmegen met loting gewerkt, in plaats van de arbeidsintensieve selectieopdrachten, motivatiebrieven en cijferlijsten in voorgaande jaren. Maar voor komend jaar wordt de numerus fixus geschrapt om ‘meer eerstejaars te krijgen’. Dit betekent vrijwel zeker dat in 2026 geen enkele bacheloropleiding biologie een begrensde instroom zal hebben.
PRIMEUR
In Amsterdam doet zich een primeur voor: daar is de instroom bij de bacheloropleiding biologie van de Vrije Universiteit (VU), met 65 eerstejaars (+10 procent) voor het eerst sinds mensenheugenis groter dan die van de Universiteit van Amsterdam (UvA), met 61 instromers (-29 procent). In Groningen begint 1 student minder dan vorig jaar met biologie (209, -0 procent), terwijl Wageningen juist 6 eerstejaars meer telt (151, +4 procent). Afgezien van Maastricht wordt de instroom bij de biomedische opleidingen sterk bepaald door de numerus fixus. Hierbij harken Utrecht (175), Nijmegen (100) en Leiden (71) precies hun quotum binnen, maar blijft de UvA steken op 120 eerstejaars (-20 procent) en de VU op 132 (+7 procent), terwijl bij deze opleidingen de instroomgrens op 175 en 300 stond.

De zeventien biogerelateerde opleidingen trekken dit jaar in totaal 1.596 eerstejaars, dat is wederom minder dan vorig jaar: min 6 procent. De grootste daler is dit jaar opmerkelijk genoeg de opleiding plantenwetenschappen in Wageningen. Daar daalt de instroom met 42 procent, van 78 in 2024 naar 45 nu, terwijl deze opleiding vorig jaar juist de grootste stijging kende. Ook de Wageningse opleidingen biotechnologie (-30 procent, van 60 naar 42) en voeding en gezondheid (-14 procent, van 159 naar 136) kennen een dalende instroom.
De opleidingen nanobiology in Delft/Rotterdam en animal science in Wageningen zijn in deze categorie de grootste stijgers, beide met plus 14 procent. Op enige afstand gevolgd door marine science in Wageningen, waar dit jaar 11 procent meer eerstejaars starten: 117 eerstejaars tegen 105 in 2024. Het Maastricht science programme blijft in absolute zin de biogerelateerde opleiding met de grootste instroom: daar beginnen dit jaar 255 eerstejaars, bijna 2 procent minder dan de 259 van 2024. De opleiding psychobiologie van de UvA blijft tweede, met een instroom van 192, 18 procent minder dan de 236 eerstejaars in 2024.
‘We hadden al jaren een numerus fixus van 220, en die hebben we nooit bereikt’
De Nederlandstalige (!) Nijmeegse opleiding science heeft dit jaar weliswaar zijn naam verlengd tot natural science, maar dat uit zich niet in een grote aanwas. De opleiding trekt dit jaar zelfs 32 procent minder eerstejaars, van 38 naar 26 eerstejaars.
Twee opleidingscoördinatoren van Engelstalige bacheloropleidingen gaven dit jaar ook de verdeling in Nederlandse en internationale studenten door. Voor biology in Nijmegen is die verhouding 3 op 1, bij molecular and biophysical life science (MBLS) in Utrecht ligt de verhouding ongeveer 1 op 1. MBLS-coördinator Bertrand Kleizen signaleert dat zelfs de Nederlandse aanmeldingen in Utrecht steeds internationaler worden: expats, leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen die een Engelstalige middelbare school hebben gevolgd. Volgens hem goede redenen om Engelstalig onderwijs te blijven geven in plaats van ‘de voortdurende discussie om internationale studenten te weren’.