DE REDDERTJES VAN ONDERWIJSLAND

Hier zitten we dan allemaal in de teamkamer, de ene collega nog meer uitgeblust dan de ander: de reddertjes van onderwijsland. Het is bijna vakantie en we zijn allemaal als een stel bejaarden naar lucht aan het happen. Ons illustere clubje zet zich dagelijks in om de zonen en dochters van Nederland wat kennis van zaken bij te brengen en dat gaat ons niet in de koude kleren zitten. Het bijbrengen van kennis is waarvoor we getekend hebben maar de werkelijkheid is toch wat anders. Naast onderwijzers zijn we ook coach, vertrouwenspersoon, geven we opvoedkundig advies, pedagoog, didacticus en psycholoog. Gek genoeg doen we dit over het algemeen ook met veel plezier.

'Meneer u heeft universiteit gedaan, dan kiest u er toch niet voor om op de Mavo les te gaan geven', zegt een leerling. In mijn hoofd zoek ik haastig naar een antwoord. Dan schiet een reeks van voorvallen mij te binnen. Bijvoorbeeld een leerling die mij een gehaakt hondje brengt als boekenlegger.  Oud-leerlingen die mij opzoeken omdat ze ontslagen waren en een schouder nodig hadden om op uit te huilen. Of een jongen die tijdens de door de maatschappij bekritiseerde voorlichtingslessen als antwoord op de toets schrijft de 'good morning after pill' waarna een meisje schreeuwt tijdens de nabespreking: 'nou die persoon heeft niet zo’n goede morgen hoor'. Dit is de essentie, een verschil maken in iemands leven bij een doelgroep vol humor. Al was het maar als anekdote en dit is dan ook het antwoord op de vraag van de leerling.

Wat typeert nu een reddertje, hoor ik u denken. Deze term hebben mijn collega’s en ik gekregen van een te dure, door uw belastinggeld betaalde gesjeesde motivational speaker. Hiervan moesten wij als volwassen professionals gaan dansen in de plenaire zaal om tot onze kern te komen. We werden getypeerd als types die de wereld willen redden maar niet in staat zijn om onszelf te redden. Nou, als je met zulke uitspraken en acties niet gemotiveerd thuiskomt, dan weet ik het niet meer. We hebben in ieder geval de term reddertjes maar aangenomen als geuzennaam. Het blijft mij verbazen hoeveel belastinggeld over de balk wordt gegooid voor dit soort professionalisering doeleinden terwijl wij eigenlijk het liefste deze tijd gebruiken om handvatten te krijgen over toenemende zorg bij leerlingen of om over leerlingen en onderwijspraktijk te praten om zo ons onderwijs te verbeteren.

Vorig jaar werd het me allemaal te veel. De beroemde burn-out waar zoveel het over hebben lag op de loer. Ik gaf aan bij mijn leidinggevende dat ik het daaropvolgende schooljaar in plaats van 1 fte nog maar 0.8 fte wou werken. Ik begon het schooljaar vol goede moed als mentor van een brugklas met als zekerheid dat het nooit zo erg kon worden als het jaar daarvoor. Een nieuwe collega werd aangenomen zonder de sectie te beraadslagen want het is onbelangrijk of de samenwerking goed zal verlopen zolang er maar een poppetje op de plek zit. Vast contract dat kreeg ik helaas nog niet omdat een collega voor mij de gevreesde burn-out wel had gekregen en ik moest wachten op het UWV zodat deze zijn achterstanden met medische keuringen kon wegwerken. In de flexibele schil kon ik ook niet blijven want ik was al twee jaar in de flexibele schil en dus kreeg ik 0,4 fte vast en 0,4 fte flexibel. De nieuwe collega die slechts 1 jaar werkt omdat het mij allemaal teveel werd kreeg wel een vast contract om de continuïteit van het onderwijs te bevorderen en ik was er al continu. Het is dat of ander werk zoeken was de mededeling oftewel u begrijpt ik maak carrière in het onderwijs.

Als mentor krijg je te maken met de docent zijn natuurlijke tegenstander: de ouders van kinderen. Nou ja het merendeel van de ouders zijn echt prima hoor het gaat om dat kleine percentage ouders. Dit kleine percentage kenmerkt zich door te gaan lachen tijdens ouderavonden, hun prinsje of prinsesje blind te geloven en te pleasen, niet-constructieve kritiek te moeten geven, te gaan schelden tijdens mentorgesprekken of met geweld dreigen als ze voelen dat hun kind afstroomt. Dit laatste komt helaas steeds vaker voor. Wij, de reddertjes van onderwijsland, staan namelijk zeer laag in de sociale hiërarchie van Nederland. De inkoper die voor een fout Amerikaans bedrijf werkt en veel geld binnen harkt voor zichzelf terwijl die thuiswerkend de hond aan het uitlaten is, staat helaas hoger in de sociale ladder en draagt schijnbaar dus meer bij aan de samenleving. Wij de reddertjes van onderwijsland zijn maar mensjes die heel veel vakantie hebben en dus niet moeten zeuren.

Dit jaar had ik in mijn mentorklas meerdere kinderen met de hele bingokaart vol met aandoeningen zoals ASS, ADD, ADHD, GAS, TOS, ODD, DCD en zelfs een klein psychopaatje. Dat laatste was in mijn studententijd alleen iets wat ik zag in de televisieserie Dexter maar ik kan u verzekeren dat ze echt bestaan en meer dan u denkt. Ik heb de versnelde docentenopleiding gedaan en bij het college 'hoe ga je om met een psychopaatje' was ik denk ik ziek.  Dit is allemaal kenmerkend voor inclusief onderwijs.  Inclusief onderwijs komt allemaal voort uit structurele bezuinigingen in het speciaal onderwijs waardoor kinderen die meervoudig stoornissen of risicovol zijn ook in het reguliere onderwijs worden geplaatst.  Zeer hoog opgeleide orthopedagogen die overigens geen les hoeven te geven, verkopen dit door aan te geven dat het goed is voor het kind om in een heterogene omgeving op te groeien.  Wat bij deze salespitch mist is het effect op de 'normale' kinderen voornamelijk als het om gedragsproblematiek gaat. Kinderen gaan zich onveilig in de klas voelen of voelen dat de aandacht van de docent wel heel erg naar de kinderen met gedragsstoornissen gaat. Ze gaan mee in het gedrag om ook de aandacht van de docent te krijgen of erger: de 'normale' leerlingen vallen stil. Dit alles maakt niet uit want de normale kinderen moeten maar leren om te gaan met diversiteit. Gelukkig zijn wij de reddertjes van onderwijsland onbevoegde psychologen en hebben voldoende handreikingen gekregen van deze orthopedagogen en onze eenjarige opleidingen om deze probleemkinderen bij te kunnen staan.

Gelukkig is er nog de organisatie die achter ons en ons onderwijsgoud noemt. Ze zijn alleen niet zoveel met ons bezig. Ze zijn meer bezig met het binnenharken van subsidies of schoolfusies. Deze subsidies zijn gebonden aan de grillen van de politiek en moeten modewoorden zoals burgerschap, heterogene brugklassen of werkdrukvermindering bevorderen. Echter, de subsidies leveren vaak meer werkdruk op. Het opzetten van lesprogramma's omtrent nieuwe thema’s als burgerschap kost veel tijd en moeite. Heb je modethema 1 bijna opgezet, dan wordt de subsidie stopgezet en gaan we naar modethema 2.  De reddertjes die roepen maar om één ding: laten we nu maar eens eerst de basis in orde hebben voordat we weer iets nieuws moeten gaan doen van politiek Den Haag.

Samenvattend zijn wij reddertjes van onderwijsland (helaas) een uitstervend ras aan het worden. Waarom zou je vrijwillig kiezen om door je eigen organisatie jaar op jaar genaaid te worden. Door ouders te worden bedreigd en door kinderen verbaal te worden uitgekleed. Waarom zou je kiezen om door orthopedagogen de les te worden gelezen over je onderwijspraktijk om vervolgens totaal los te worden gelaten als de zorgvraag te complex wordt.  Dan komt de realisatie dat ondanks alle bureaucratische rompslomp en de tegenwerkende organisatie, een reddertje in onderwijsland het mooiste beroep is. Waar anders heb je gesprekken met leerlingen over good morning after pills of word je op de gangen begroet door meestal vrolijke pubers, krijg je gehaakte boekenleggers en kan je door de onverwachte uitlatingen van de pubers helemaal in een deuk liggen. Dan realiseer je het, ik doe dit voor de kinderen en om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan hun leven en hun toekomst al dat andere is ruis.

(Wordt vervolgd).

Frank Berg, biologie docent onderbouw/bovenbouw mavo/havo/vwo op het dr Aletta Jacobs college te Hoogezand.

Hierboven staat een complete versie; een ingekort verslag van Bergs schooljaar staat in Bionieuws 12 van 1 juli 2025.