Biologiedocent Felix Spee gaat graag naar buiten met zijn leerlingen: ‘Buitenonderwijs is niet alleen leuk, het is noodzakelijk.’ Foto: Felix Spee Jr.

Pubers binnen houden terwijl hun lijf wil bewegen? Biologiedocent Felix Spee vindt dat een slecht idee. Daarom geeft hij zijn lessen graag buiten.

Felix Spee herinnert zich de les nog goed. Een derde klas, notoir lastig, vol drukke pubers die hun vorige docent overspannen hadden gekregen. In het lokaal was het vooral chaos. ‘Dus ik dacht: ik neem ze mee naar buiten. Schepnetten, zoekkaarten, bakjes mee, en vissen maar in de Amstel. Eerst was het gegil en geravot, maar langzaamaan werden ze enthousiast, gingen ze zoeken en begon het leren.’ Buiten zag hij de dynamiek van de klas veranderen. ‘De ordeverstoorders waren minder dominant en de stille leerlingen kwamen naar me toe om inhoudelijke vragen te stellen. Er ontstond meer ruimte, puur omdat we buiten lekker bezig waren.’

Voor Spee, biologiedocent op het Berlage Lyceum in Amsterdam, is het zonneklaar: biologie, maar ook andere vakken, moet je soms ook buiten geven. Toch gebeurt het nauwelijks. ‘Leerlingen geven aan in hun hele schoolcarrière misschien tien buitenlessen te hebben gehad. Terwijl het zo’n verschil maakt: hun houding en energie verandert, terwijl traditionele lessen averechts kunnen werken.’

‘Sommige docenten denken dat ze alles moeten weten over planten en beestjes’

In de vierdelige podcastserie Outdoor Learning, geproduceerd door Kletskous Media en afgesloten op 11 juni, vertelt Spee over de waarde van buitenonderwijs. Samen met collega’s, wetenschappers en leerlingen reflecteert hij op wat buitenlessen betekenen. ‘Het idee dat pubers zes uur per dag binnen moeten zitten, terwijl hun lijf schreeuwt om beweging, is eigenlijk absurd. Buitenonderwijs is niet alleen leuk, het is noodzakelijk. In de klas gaat 80 procent van wat je zegt verloren. Buiten is dat misschien ook zo, maar een buitenles is wel een stuk gezonder.’

Voor zijn lessen laat hij zich inspireren door de directe omgeving van school, ook al is dat midden in het betonrijke Amsterdam: wateronderzoek met determinatiekaarten in de gracht, mos of boombast verzamelen voor microscopie, of ‘botanisch graffiti’ met stoepkrijt. ‘Dan gaan ze met een determinatieboekje op pad en krijten ze de naam van gevonden stoepplantjes op het schoolplein, dat daar letterlijk van opfleurt.’


Fysiologie
Zelfs bij een ogenschijnlijk taai onderwerp als fysiologie kan het buiten, vertelt Spee, ook in de winter: dan laat hij leerlingen bijvoorbeeld buiten een workout doen, waarna ze hun hartslag, bloeddruk en herstel meten. ‘Het is actief en het is concreet. Ze voelen het verschil tussen inspanning en rust, waardoor ze een abstract onderwerp in een boek opeens ervaren met hun eigen lichaam.’

Waarom doen andere docenten het dan niet? ‘Veel docenten zijn bang de controle te verliezen,’ denkt Spee. ‘Binnen draait alles om klassenmanagement; daar zijn docenten voor opgeleid en zijn ze goed in. Buiten voelt dan onvoorspelbaar en als een plek waar leerlingen alleen maar klooien en in de bosjes duiken. Maar zo hoeft het niet te zijn. Mijn advies: begin klein, goed voorbereid en laagdrempelig. Geef concrete opdrachten met heldere tijdskaders. Leerlingen vinden het prettig om taken te krijgen en vertrouwen te voelen.’

Onzekerheid
Een andere drempel is inhoudelijke onzekerheid. ‘Sommige docenten denken dat ze alles moeten weten over planten en beestjes. Maar dat is echt niet nodig. Een van mijn favoriete buitenlessen gaat bijvoorbeeld over evolutie. Dan strooi ik buiten een zak met gedroogde kikkererwten uit en krijgen leerlingen verschillende stukken bestek: een lepel, een vork of een mes. Dat zijn hun ‘monddelen’.’ Alle leerlingen zijn zogenaamd dezelfde insectensoort, legt hij uit, maar met een andere specialisatie in hun mondgereedschap. ‘Net zoals bij de darwinvinken die Darwin op de Galapagoseilanden bestudeerde.’ Iedereen moet vervolgens zoveel mogelijk erwten verzamelen met zijn monddeel; alleen de groep met de meeste erwten overleeft, de rest gaat dood.

‘De les illustreert het principe van survival of the fittest op een directe en grappige manier. Ze lachen, roepen naar elkaar, maar ze snappen het ook. Ze begrijpen dat het niet gaat om de sterkste, maar om wie het best is aangepast aan de omstandigheden. En dat is precies de kern van natuurlijke selectie.’


Kentering
Via zijn website veldwerkindestad.nl deelt Spee meer dan dertig uitgewerkte buitenlessen, ook vakoverstijgend. ‘Er lijkt een kentering gaande. In Scandinavische landen is buitenonderwijs veel normaler. En in de nieuwe voorstellen van SLO (landelijk expertisecentrum voor het curriculum, red.) zit veldwerk nu verplicht in het curriculum. Dat is winst. Kinderen lijken soms vervreemd van de natuur: ze vinden insecten eng en planten vies. Des te belangrijker om ze mee naar buiten te nemen en ze daarmee te confronteren. Bijvoorbeeld door klis of kleefkruid op ze te gooien of spinnetjes op te pakken en te laten zien.’

Digitale tools gebruikt hij liever spaarzaam. ‘Dan kijken leerlingen weer naar een scherm in plaats van naar buiten. Leren aandachtig kijken met loep of schetsboek is veel waardevoller. Laat ze tekenen of beschrijven wat ze zien, want dat vertraagt en verdiept.’

Wat hem drijft? ‘De blik in de ogen van leerlingen die iets ontdekken. Die oprecht naar me toe komen en vragen: kunnen we dit niet vaker doen, meneer? Dan weet ik: dit is waarom ik in het onderwijs zit, voor die momenten van echte nieuwsgierigheid en verwondering.’