Door Frederique Kloosterman - Foto: ImageSelect - 21-04-2023 - Zoölogie

Migratieafstand heeft bij kleine mantelmeeuwen geen invloed op reproductief succes.
Verschillende migratiestrategieën van kleine mantelmeeuwen hebben geen negatief effect op hun overleving en voortplanting.
De afstand die kleine mantelmeeuwen (Larus fuscus) afleggen tijdens hun migratie, lijkt geen effect te hebben op hun overleving of reproductie. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek op 19 april in Proceedings of the Royal Society B. Kleine mantelmeeuwen die in Nederland broeden, overwinteren in gebieden van het Verenigd Koninkrijk tot aan West-Afrika. Een afstandsverschil van soms wel 4.500 kilometer, enkele reis. Migratie is een veelvoorkomende manier om de perioden van voedselschaarste en guurdere weersomstandigheden te ontwijken en er bestaan verschillende migratiestrategieën tussen diersoorten en individuen. Het kost echter tijd en energie om te migreren en gaat gepaard met een verhoogd sterfterisico. Wetenschappers nemen aan dat dit alles toeneemt, naarmate de migratieafstand langer wordt. Langer moeten vliegen, betekent later aankomen op de broedplaats. Dit kan resulteren in het later leggen van eieren dan de rest van de kolonie en daarmee leiden tot lager reproductief succes.
Tegen de verwachting in bleken de mantelmeeuwen, ongeacht migratieafstand, tegelijk hun eieren te leggen en geen verminderde overleving of reproductiviteit, zoals kleinere eieren of verminderde eieruitkomst, te hebben. Dit komt overeen met eerder onderzoek dat laat zien dat verschillende migratiestrategieën op jaarlijkse basis hetzelfde energieverbruik hebben.