De blinde duizendpoot S. subspinipes mutilans onderscheidt licht en donker met warmtegevoelige antennes.

 

 

Door de warme straling van de zon op te pikken, kan Scolopendra subspinipes mutilans licht en donker onderscheiden.

 

Hij heeft geen ogen, maar de duizendpoot Scolopendra subspinipes mutilans weet toch licht en donker van elkaar te onderscheiden. Dat doet ‘ie namelijk met behulp van zijn warmtegevoelige antennes, ontdekten Chinese biologen (PNAS, 13 februari). Om precies te zijn is het warmtereceptor BRTNaC1 die de warme stralen van de zon oppikt en de duizendpoten ertoe aanzet de schaduw op te zoeken.

 

De giftige S. subspinipes mutilans leeft in Azië en Australië en verschuilt zich het liefst in de schaduw van bladeren op de bosbodem, waar de geleedpotige1 veilig is voor predatoren. Zelf heeft ‘ie in het donker genoeg aan z’n voelsprieten om op prooien te jagen. Diezelfde voelsprieten blijken bij een labexperiment snel warmer te worden als de duizendpoot een donkere ruimte verlaat en in het licht van een warme lamp komt, zo laten infraroodcamera’s zien.

 

De Chinezen achterhalen vervolgens welke warmtereceptor verantwoordelijk is voor die temperatuurstijging: BRTNaC1. Temperaturen van 33 tot 48 graden Celsius activeren de receptor, wat er uiteindelijk voor zorgt dat de duizendpoten zich van de zonnewarmte af bewegen. Als onderzoekers de antennes van S. subspinipes mutilans afdekken met aluminiumfolie werkt dat mechanisme niet meer en trekken de duizendpoten zich inderdaad veel minder vaak terug in het donker.

 

Volgens de onderzoekers is het aannemelijk dat S. subspinipes mutilans niet het enige blinde bodemdier is dat kan ‘zien’ door warmtegevoelige receptoren.

 

1 In de gedrukte versie stond 'het insect', dat is hier aangepast.