Biologiedocenten konden, als excursie-onderdeel van het symposium, onder leiding van een gids op soortenjacht in Burgers’ Bush. Foto: Moebius.



Ruim 350 biologiedocenten kregen in Burgers’ Zoo onder meer les in het ‘vergeten verhaal’ van evolutie en de bestaansgrond van dierentuinen.

 

‘Het leven op aarde is een soort omgekeerd schilderij. Hoe dichterbij we komen, hoe meer eenheid het vertoont’, zegt microbioloog Rosanne Hertzberger, openingsspreker van het zevende Nationale Docentencongres Biologie op 27 januari in Burgers’ Zoo. Ze heeft speciaal voor deze gelegenheid de vmbo-, havo- en vwo-leerboeken van congresorganisator Biologie voor jou van uitgever Malmberg er nog eens op nageslagen en belooft te vertellen wat er niet in de biologieboeken staat. Als introductie vertoont ze de 350 congresdeelnemers een kort filmfragment van natuurfilmer David Attenborough waar de biodiversiteit vanaf spat.

 

‘Attenborough spreekt over diversiteit, maar dat is niet wat ik zie’, vertelt Herzberger. ‘Ik zie vooral uniformiteit; het is vooral allemaal heel veel van het hetzelfde. Van alle elementen gebruikt de levende natuur er maar zes: CHONPS – koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof, fosfor en zwavel. Alle biomassa bestaat alleen uit deze elementen. Voor het programmeren van leven zijn er eigenlijk maar vier nucleotiden en er zijn maar twintig aminozuren. En al het leven gebruikt dezelfde energiekringlopen: glycolyse, citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering. Er is één munteenheid, ATP, en maar één type pinapparaat: ATPase.’

 

‘Ik zie vooral uniformiteit; het is vooral allemaal heel veel van het hetzelfde’



Er bestaat volgens Hertzberger geen ander leven op aarde dan gebaseerd op CHONPS en ATPase. Ze citeert daarom met plezier de lijfspreuk van de Franse biochemicus en haar held Jacques Monod: ‘Wat voor E. coli geldt, geldt ook voor de olifant.’ Hertzberger: ‘Al had hij in plaats van E. coli misschien gist moeten noemen.’ Van het leven op aarde zijn er maar twee groepen die er toe doen: bacteriën (‘formeel prokaryoten’) die al vier miljard jaar op aarde voorkomen en eukaryoten die veel later – 1,5 tot 2 miljard jaar geleden – verschenen. ‘De rest zijn uitzonderingen of gerommel in de marge’, stelt Herzberger. ‘Wat u niet leert bij de biologie – maar wel belangrijk is – is dat andere deel van de evolutie. Darwin en Richard Dawkins, met hun competitie die leidt tot diversiteit, zijn heel belangrijk. Maar endosymbiose, het idee en vaak vergeten verhaal van de knettergekke Lynn Margulis, is minstens zo groot’, betoogt Herzberger. ‘De acquisitie van een mitochondrium is eigenlijk net zo gek als een hondje dat tegen je lichaam springt en dan je lever wordt.’



SAMENVOEGING

De verhalen die docenten over evolutie vertellen moeten niet alleen gaan over vertakkingen, zelfzuchtige genen en de winnaar die er met alle buit vandoor gaat, meent Hertzberger, maar ook over samenvoeging en survival of the collaborators. Ook het tweede deel van haar lezing – over krenten uit de pap halen in de biologie – maakt zichtbaar indruk op de biologiedocenten. ‘Ik was zelf haast levensmiddelentechnoloog geworden en zie nu dat veel van mijn voormalige jaargenoten vooral bezig zijn biotechnologie in te zetten voor marketing en misleiding’, constateert Herzberger. ‘Door het frame chemie is slecht en biologie is goed, zie je op steeds meer producten nogal euforisch ‘grootmoeders recept’ staan en dat in de ingrediëntenlijst de E-nummers van kleur- en smaakstoffen worden vervangen door natuurlijke bestanddelen.’ Nogal misleidend, toont Herzberger aan met een ingrediëntenlijst die de vijftig inhoudstoffen toont van de ‘natuurlijke – flink chemisch bestreden, onrijp geplukte en met ethyleen afgerijpte – banaan’. Die banaan zit dus vol complexe verbindingen met E-nummers. ‘Of wat dacht je van zacht en romige yoghurt, met 0 procent vet? Dat kan eigenlijk niet, denk je als bioloog, want bij fermentatie verandert melksuiker in melkzuur, dus wordt het zuur en niet zacht. En romig suggereert juist vet. De truc zit in een natuurlijke variant van de melkzuurbacterie Lactobaccilus delbrueckii , die niet zo goed melkzuur kan omzetten; de yoghurt wordt dan minder zuur en smaakt zoeter omdat er meer melksuikers in blijven zitten’, aldus Herzberger. ‘Dit staat vaak niet in de biologieboeken, maar ik denk dat het goed is dat leerlingen het wel te horen krijgen.’



ECOSYSTEMEN

Eveneens een eyeopener is de sessielezing over de toekomst van dierentuinen van Alex van Hooff, directeur van Burgers’ Zoo. Hierin legt hij de historie van het park uit, waarom zij al zestig jaar geen voedertijden aangeven (‘dan zien mensen alleen maar etende dieren’) en vijfendertig jaar geleden al kozen om niet dieren maar ecosystemen centraal te zetten. Het park levert ook een bijdrage aan natuurbescherming, middels een enorm project in Belize, en het ondersteunen van jonge natuurbeschermers in het Future for Nature-project. Van Hooff zal nooit het argument gebruiken dat dierentuinen nodig zijn voor natuurbehoud door het huisvesten van reservepopulaties. ‘Ik hoop op mijn blote knieën dat een Ark van Noach zijn niet ons bestaansrecht is. Dierentuinen huisvesten zo’n ultiem klein bestanddeel van alle diersoorten’, aldus Van Hooff.

 

‘We weten nu niet hoe we over dertig jaar terugkijken op het houden van dieren. Ergens tegen zijn is makkelijk. Waar we, denk ik – samen met docenten als jullie – nu in ieder geval een rol moeten spelen is in het bestrijden van het gebrek aan kennis over de natuur. We moeten de kennis over natuur echt op een hoger niveau zien te krijgen en dan is het niet erg en zelfs logisch dat er ook steeds kritischer naar dierenparken wordt gekeken.’